Effectief Communiceren: Luisteren en Spreken

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

Lesdoelen

Je geeft en krijgt in gesprekken informatie.

Je wacht op je beurt om iets te zeggen. 

Je hanteert een afwisselende intonatie en een passend volume en tempo.

Wat weet je al over communicatie?

Wat is communicatie?

Communicatie is het overbrengen van een boodschap op een manier die begrepen wordt door de ander. 

Het omvat luisteren, spreken, en non-verbale communicatie.

Wat zijn vormen van non- verbale communicatie?

Actief Luisteren

Actief luisteren is volledige aandacht geven aan de spreker, non-verbale signalen oppikken en samenvatten wat er gezegd is. Dit helpt bij het geven en ontvangen van informatie.

Wachten op je Beurt

Het is belangrijk om respectvol te wachten op je beurt om te spreken. Dit toont waardering voor de spreker en zorgt voor een gesprek.

Intonatie en Volume

Afwisselende intonatie en een passend volume brengen emotie en betekenis over in gesproken taal. Het helpt om de aandacht van de luisteraars vast te houden.

Tempo van Spreken

Een passend tempo van spreken zorgt ervoor dat de boodschap duidelijk overkomt en begrepen wordt. Te snel of te langzaam spreken kan de communicatie belemmeren.

Welke spreekdoelen hebben we?

Aan de slag!

Je gaat in tweetallen een gesprek voorbereiden waarin het spreekdoel goed naar voren komt. Het spreekdoel krijg je van de docent

Voordat je het gesprek voert schrijf je waar je het over gaat hebben. Deze opdracht krijg je van de docent. 

De gesprekken worden na afloop kort gepresenteerd. Je krijgt hier max 1 min voor.

Dusss wat is communiceren?

Communicatie omvat actief luisteren, respectvol wachten op je beurt, en het gebruik van afwisselende intonatie, volume en tempo. Deze vaardigheden helpen bij het overbrengen van een boodschap.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.