Les 2

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 2

Methodiek 

Les 2 

Tijdens deze les...

• Leren wij hoe we doelen SMART kunnen formuleren 
• Schrijven wij een plan 

Vorige keer...

Beginsituatie beschreven: 

• Voor welke doelgroep ga ik voorbereiden?
• Wat is de leeftijd van de kinderen in de groep?
• Wat kunnen ze, wat weten ze al (denk aan verschillende ontwikkelingsgebieden) ?
• Wat wil het kind (interesse)? Waar heeft hij/zij behoefte aan?
• Hoe ziet zijn/haar achtergrond eruit
• Is er een tijdslimiet?
• Wat is er aanwezig en mogelijk (ruimte, materialen).

Stap 2: doelen formuleren

Een doel is het vastgestelde te bereiken resultaat binnen een vooraf gestelde periode. 

Met doelen geef je richting aan in je handelen 

Stap 2: doelen formuleren

Je hebt een aantal soorten doelen: 

Ontwikkelingsdoelen: een ontwikkelingsdoel is gericht op activiteiten die een of meer ontwikkelingsgebieden moeten stimuleren 

Leerdoelen: Je werkt resultaatgericht naar een doel toe. 

Productdoel: heeft te maken met een tastbaar of aantoonbaar resultaat bijv. zindelijk zijn 

Procesdoel: gaat om de manier waarop een activiteit plaats vindt 

2.3.2 SMART 

Specifiek: een doel moet duidelijk en concreet zijn

Meetbaar: is het te meten?​

Acceptabel: aanvaarding ​

Realistisch: is het doel haalbaar?​

Tijdsgebonden: Binnen een bepaalde tijd.

Lezen met elkaar 2.3.2 (blz 35) > methodiek

Voorbeeld SMART

S : Het kind heeft gericht een bal gegooid

M : Het kind heeft drie keer een bal gegooid

A : Het kind heeft drie keer een bal gegooid (blijft hetzelfde)

R : Jong kind : Het kind heeft drie keer over korte afstand gericht een bal gegooid Oudere kind : Het kind heeft drie keer over lange afstand  gericht een bal gegooid

T : Na vier lessen: heeft het jonge kind drie keer over korte afstand  gericht een bal gegooid Heeft het oude kind drie keer over korte afstand gericht een bal gegooid

Lezen met elkaar..

2.4: stap 3: Plan maken 

Blz 36. 

Een plan maken 

Beschrijving hoe je naar het doel wilt werken

• Wat is de beginsituatie en wat moet er gebeuren om bij het  einddoel te komen.
• Route uitstippelen (4 lessen / sessies)

- Leg per sessie uit wat jij gaat doen en wat de leerling moet doen

- wat je hier voor nodig hebt (materialen)

- hoe lang ieder les / sessie gaat duren

Een plan maken 

Alle materialen moeten in het plan aanwezig zijn (of uitleggen waar te vinden)

Het schrijft het plan zo, dat iedereen het uit kan voeren

- Tip: laat het door iemand anders lezen en vraag of hij/zij  jouw plan uit zou kunnen voeren aan de hand van jouw omschrijvingen.

Dus: je stelt eerst je doel vast en maakt vervolgens het plan door antwoord te geven op de W-vragen. 

(Wie, wat, waar, wanneer, waarmee)

Stap 3 voorbereiden/plannen maken:

(Rand)voorwaarden:

• Zoek een geschikte activiteit. (wat)
  
• Waar ga je de activiteit doen en is die ruimte beschikbaar? Evt. regelen.
  
• Maak je een voorbeeld? Waarom wel/niet?
  
• Welke materialen en gereedschappen heb je nodig? (waarmee)
  
• Wat zijn de kosten en is dat een probleem?
  
• Hoeveel tijd is er nodig voor de uitvoering?
  
• Het tijdstip en de duur van de activiteit bepalen. (wanneer)
  
• Heb je hulp nodig van anderen? Evt. regelen.(Wie)
  
• Hoeveel tijd heb je nodig om dit voor te bereiden en hoe ga je dat plannen?
  
• Hoe ga je de uitleg voorbereiden? Ga je dit oefenen?
  

Aan de slag! 

• Doelen opstellen 
• Plan maken  

Volgende week: 

Werk les! Allemaal je laptop mee! Gaan we verder met het plan schrijven