Gebruik aanhalingstekens (enkele of dubbele) bij de
directe rede.Je geeft dan iemands woorden letterlijk weer = citeren.
Om het citaat zelf zet je aanhalingstekens.
Je kunt beginnen met een citaat. Gebruik dan geen dubbele punt.
'Ik ga straks zwemmen', zei Janneke.
"Ik ga straks zwemmen", zei Janneke.
‘Ik zal de barbecue alvast even aansteken’, zei vader.
Je kunt het citaat aankondigen. Gebruik dan wel een dubbele punt.
Janneke zei: 'Ik ga straks zwemmen.'
Vader zei: ‘Ik zal de barbecue alvast even aansteken.’