Quiz Uitdrukkingen

Uitdrukkingen Nederlandse taal
Quiz
Tik op je telefoon/tablet/pc het correcte antwoord.

Je antwoord is gegeven als:
  • je de gele knop Wijzig ziet
  • of als het hele vlak met jouw antwoord geel is
1 / 22
next
Slide 1: Slide
CommunicatieBeroepsopleiding

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 210 min

Items in this lesson

Uitdrukkingen Nederlandse taal
Quiz
Tik op je telefoon/tablet/pc het correcte antwoord.

Je antwoord is gegeven als:
  • je de gele knop Wijzig ziet
  • of als het hele vlak met jouw antwoord geel is

Slide 1 - Slide


Wat betekent: "Op Zwart zaad zitten"?
1/20
A
Blut zijn, helemaal geen of weinig geld hebben
B
Iets nog niet weten
C
Bijna ontslagen worden
D
Dat je als man lange tijd geen seks hebt gehad

Slide 2 - Quiz


Welke uitdrukking betekent: Dat is niet niks?
2/20
A
"Dat is zo hard als een kanonskogel"
B
“Dat is als een lawine in de Himalaya”
C
“Dat is geen klein bier”
D
“Dat is een tantalustaak”

Slide 3 - Quiz


Wat betekent: “We zullen eens zien wie de blankste billen heeft”?
3/20
A
We zullen eens kijken wie het langst niet op vakantie is geweest
B
We zullen eens kijken wie er het beste voor staat
C
We zullen eens kijken wie het meeste geld heeft uitgegeven
D
We zullen eens zien wie er het slechtst voor staat

Slide 4 - Quiz


Welke uitdrukking betekent: Dat iets heel voorspoedig gaat?
4/20
A
“Het gaat zo snel als het licht”
B
“Alle kwartjes vallen”
C
“Er is geen donderwolk aan de lucht”
D
“Het loopt als een tiet”

Slide 5 - Quiz


Wat betekent: “Flink in de bus blazen”?
5/20
A
Iemand een duwtje in de goede richting geven
B
Iemand aanmoedigen
C
Veel geld uitgeven
D
Iemand een alcoholcontrole laten doen

Slide 6 - Quiz


Welke uitdrukking betekent: Er is iets mis?
6/20
A
“Stront aan de knikker”
B
“Iemand de mantel vegen”
C
“De draak is gestoken”
D
“Bloed aan de vinger”

Slide 7 - Quiz


Wat betekent: “Een donderbruin vermoeden hebben”?
7/20
A
Dat je er vrijwel van overtuigd bent dat je de waarheid over iets weet
B
Dat je eigenlijk geen idee hebt waar iets over gaat
C
Dat je het gevoel hebt dat mensen achter je rug om roddelen
D
Dat je het idee hebt dat iets wel eens goed mis kan gaan

Slide 8 - Quiz


Wat betekent: “Een boterbriefje halen”?
8/20
A
Trouwen
B
Slijmen
C
Bedelen
D
Je verjaardag vieren

Slide 9 - Quiz


Wat betekent: “De hond in de pot vinden”?
9/20
A
Dat je ergens arriveert waar het eten net op is
B
Dat je ziet dat iemand bij een wc-bezoek niet doorgetrokken heeft
C
Dat je ergens bij betrokken wordt, waar je je niet goed bij voelt
D
Dat je iemand op een beschamend moment treft

Slide 10 - Quiz


Welke uitdrukking betekent: Iemand die geen oog heeft voor de gevoeligheden van anderen?
10/20
A
“Als een dronken Janus”
B
“Het boze oog hebben”
C
“Als een clown zonder clownskleren”
D
“Als een olifant in een porseleinkast”

Slide 11 - Quiz


Wat betekent: “Zwarte sneeuw zien”?
11/20
A
Vrij slecht weer met sneeuw
B
Geen hand voor ogen zien
C
Ellende of armoede meemaken
D
Kerst zonder sneeuw

Slide 12 - Quiz


Welke uitdrukking betekent: Dat is geen strikte regel?
12/20
A
“Regels zijn prima, zolang ik er geen last van heb”
B
“Dat is geen wet van meden en perzen”
C
“Uitzonderingen horen bij regels”
D
“Je hebt regels en je hebt regels”

Slide 13 - Quiz


Wat betekent: “Nu zijn de rapen gaar”?
13/20
A
Nu zullen we het hebben, meestal als er ruzie of trammelant dreigt
B
Alles is nu klaar/in orde (goed gekookt, netjes afgemaakt, et cetera)
C
We kunnen nu aan de slag
D
Het is nu tijd om iets anders te gaan doen

Slide 14 - Quiz


Wat betekent: “Krokodillentranen huilen”?
14/20
A
Heel verdrietig zijn en huilen
B
Huilen om iets dat niet verdrietig is
C
Huilen zonder dat iets daarvan te zien is
D
Huilen om de natuur

Slide 15 - Quiz


Welke uitdrukking betekent: slechte eigenschap(pen) van Nederlanders?
15/20
A
“Totally Dutch”
B
“Holland op z’n smalst”
C
“Dutchy”
D
“Holland zonder grenzen”

Slide 16 - Quiz


Welke uitdrukking betekent: jezelf zo patserig, rijk, slim en belangrijk voordoen dat andere mensen je een aansteller en opschepper vinden?
16/20
A
“Patserige Piet”
B
“Rijke stinkerd”
C
“Popi Jopie”
D
“De gebraden haan uithangen”

Slide 17 - Quiz


Welke uitdrukking betekent: uitermate langzaam en omslachtig”?
17/20
A
“Op z’n elfendertigst”
B
“Met een slakkengang”
C
“Haast je langzaam”
D
“Festina lente”

Slide 18 - Quiz


Wat betekent: “Dat kan Bruin niet trekken”?
18/20
A
Dat is veel te zwaar
B
Daar is hij nog niet geschikt of vaardig genoeg voor
C
Zo’n bedrag kunnen we (nog) niet betalen
D
Een andere kleur zal daar misschien beter op staan

Slide 19 - Quiz


Wat betekent: “De vermoorde onschuld spelen”?
19/20
A
Een acteur die een onschuldige speelt die vermoord wordt
B
Iemand wordt ergens van verdacht en reageert daarop verbaasd of verontwaardigd
C
Iemand die de schuld op zich neemt
D
Iemand die de schuld aan iemand anders geeft

Slide 20 - Quiz


Welke uitdrukking betekent: “Laat het maar zitten”?
20/20
A
“Iets blauwblauw laten”
B
“Toedeledokie”
C
“Succes ermee”
D
“Mañana, mañana”

Slide 21 - Quiz

Uitleg
Klik op deze link voor een pdf document met uitleg.

Slide 22 - Slide