What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Argo les 4: vertaling tekst 4
Woorden Argo les 4
Test jezelf
laat je boek nog dicht
1 / 48
next
Slide 1:
Slide
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
48 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woorden Argo les 4
Test jezelf
laat je boek nog dicht
Slide 1 - Slide
αυτικα
κατα
αει
μεν ... δε
νυν
(verspreid) over
meteen
nu
.... maar
altijd
Slide 2 - Drag question
Wat is de betekenis van ὁ θρόνος ?
Slide 3 - Open question
Wat is de betekenis van ἡ ἀδελφή?
Slide 4 - Open question
Wat is de betekenis van ἡ κόρη?
Slide 5 - Open question
Kore /korai
Akropolismuseum
Slide 6 - Slide
Wat is de betekenis van τίκτω?
Slide 7 - Open question
ἀλλα
A
en
B
nu
C
ook
D
maar
Slide 8 - Quiz
Wat is de betekenis van οὕτω(ς)?
Slide 9 - Open question
φερειν
A
hij draagt
B
zij dragen
C
dragen
Slide 10 - Quiz
grammatica t/m tekst 4
diagnostische test
Houd je boek nog steeds dicht.
Slide 11 - Slide
Lidwoord: vrouwelijk
ev
nom
gen
dat
acc
mv
nom
gen
dat
acc
ἡ
της
τῃ
την
αἱ
των
ταις
τας
Slide 12 - Drag question
Lidwoord: mannelijk
ev
nom
gen
dat
acc
mv
nom
gen
dat
acc
τῳ
τους
τον
οἱ
του
τοις
ὁ
των
Slide 13 - Drag question
μαχαι
A
nom ev vrl
B
nom mv vrl
C
nom mv onz
D
nom mv mnl
Slide 14 - Quiz
τους θρονους
A
acc ev mnl
B
acc mv mnl
C
nom mv vrl
D
acc mv onz
Slide 15 - Quiz
τον βιον
A
nom. ev. mnl
B
acc. ev. onz
C
acc ev. mnl
D
acc ev. vrl
Slide 16 - Quiz
το θηριον
A
nom ev onz
B
acc ev onz
C
nom mv onz
D
acc mv onz
Slide 17 - Quiz
φερουσιν
A
hij draagt
B
zij dragen
C
dragen
Slide 18 - Quiz
acc
mv vrl
acc mv onz.
nom mv mnl
acc mv mnl
nom mv vrl
νεανισκους
κοραι
νεανισκοι
τεκνα
Slide 19 - Drag question
Cultuur voorafgaand aan tekst 4
Test jezelf
Slide 20 - Slide
Welke titanen ken je?
Slide 21 - Mind map
Welke 2 onsterfelijken waren aan de macht in het Gouden Tijdperk?
A
Ouranos & Gaia
B
Kronos & Rhea
C
Zeus & Hera
Slide 22 - Quiz
Argo tekst 4
Neem tekst 4 voor je in het TB
en de vertaling
Slide 23 - Slide
Welke god en godin worden in de eerste alinea genoemd als vader en moeder?
Slide 24 - Open question
Welke groep(en) τεκνα worden onderscheiden?
A
κορας :῾Εστια, Δεμετηρ,῾Ηρα
B
κυκλωπας, ἑκατονχειρες,
C
Οὐρανος, Γαια, Ἡλιος
D
νεανισκους : Αἱδης, Ποσειδων, Ζευς
Slide 25 - Quiz
Wie waren de 6 kinderen van Kronos?
Slide 26 - Mind map
Combineer het juiste zelfstandig naamwoord uit de eerste alinea (r.1-5) met de juiste naamval, getal en geslacht.
nom ev mnl
nom ev vrl.
nom ev onz.
acc. ev vrl
Ρεαν
τεκνον
Ρεα
Ζευς
Slide 27 - Drag question
τὴν Ῥέαν (r. 1)
A
nom ev
B
nom mv
C
acc ev
D
acc mv
Slide 28 - Quiz
τὴν Ῥέαν (r. 1)
A
onderwerp
B
naamwoordelijk deel
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 29 - Quiz
τέκνα (r. 1)
A
nom ev
B
nom mv
C
acc ev
D
acc mv
Slide 30 - Quiz
τέκνα (r. 1)
A
onderwerp
B
naamwoordelijk deel
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 31 - Quiz
Αἱ κόραι (r. 2-3)
A
nom ev
B
nom mv
C
acc ev
D
acc mv
Slide 32 - Quiz
Αἱ κόραι (r. 2-3)
A
onderwerp
B
naamwoordelijk deel
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling
Slide 33 - Quiz
Ὁ δε Κρονος τα τεκνα ἐχθει (r.6).
Op grond van welk schrikbeeld haat Kronos zijn kinderen?
Hij vreest dat ze ...
A
... oorlog gaan voeren
B
... de macht zullen overnemen
C
... hun moeder pijn gaan doen.
D
... 2500 jaar later zielige jongeren zullen dwingen een dode taal te leren
Slide 34 - Quiz
Hoe weet hij uit eigen ervaring dat dit schrikbeeld reëel is? Antwoord in eigen woorden
Slide 35 - Open question
Wat had hij het liefst willen doen om die problemen te voorkomen.
A
καταπινειν (=opslokken)
B
έκτρεφειν (=opvoeden)
C
Ἀποκτείνειν (=doden)
D
Ἀποκτείνειν, variant 2 (=Lasse doodslaan met zijn Grieks-boek)
Slide 36 - Quiz
Waarom kan dat niet?
A
ἀθανατοι
B
τον θρονον
C
νεογονον
D
τον στομαχον
Slide 37 - Quiz
Wat doet hij in plaats daarvan? Gebruik je eigen woorden.
Slide 38 - Open question
Kronos eet één van zijn kinderen op (Francisco Goya, ca. 1823)
Slide 39 - Slide
Welk kind van Kronos en Rhea wordt bedoeld in r. 12-16?
A
Hera
B
Poseidon
C
Zeus
D
Ouranos
Slide 40 - Quiz
In deze alinea wordt zijn naam niet genoemd, alleen maar verwijzingen. Wat verwijst NIET naar Zeus?
A
- το νεονατον τεκνον (r.13)
B
- τὸν υἱον (r.14)
C
- εἰς την Κρητν (r.14)
D
- τον νεανίσκον (r. 15)
Slide 41 - Quiz
In deze alinea wordt zijn naam niet genoemd, alleen maar verwijzingen. Wat verwijst NIET naar Zeus?
A
- το νεονατον τεκνον (r.13)
B
- τὸν υἱον (r.14)
C
- εἰς την Κρητην (r.14)
D
- τον νεανίσκον (r. 15)
Slide 42 - Quiz
Noteer in het Nederlands de vertalingen van alle persoonsvormen in r. 13-16 en leg aan de hand daarvan uit hoe de list werkt.
Slide 43 - Open question
δολον (r. 13). Om welke reden verzint Rhea eigenlijk die list?
A
ἡ λύπη τείρει
B
το γαρ νεώτατον τεκνον κρύφα τίκτει
C
τον υἱον εἰς τὴν Κρήτην φέρει.
D
αί Νύμφαι τὸν νεανίσκον έκτρέφουσιν.
Slide 44 - Quiz
In. r. 13-16 staat tweemaal het woord κρύφα ("in het geheim"). Voor wie moet dit allemaal geheim blijven?
A
Ouranos
B
Kronos
C
Zeus
D
Hera.
Slide 45 - Quiz
Welke goden zijn hier afgebeeld? (
Slide 46 - Slide
Welke goden zijn hier afgebeeld?
Slide 47 - Open question
Leg in eigen woorden uit wat Zeus doet om de macht te grijpen.
Slide 48 - Open question
More lessons like this
Argo les 4
May 2022
- Lesson with
19 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Argo les 4: vertaling tekst 4
June 2023
- Lesson with
28 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
ARGO les 2 (grammatica + woorden)
November 2022
- Lesson with
16 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
thema 5 lidwoord en congruentie
March 2022
- Lesson with
10 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
ARGO 5.4 πολυς μεγας
May 2023
- Lesson with
15 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
21 herhaling lidwoord en congruentie
September 2022
- Lesson with
20 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
ARGO 5.4 πολυς μεγας
March 2024
- Lesson with
15 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Argo les 6 herhaling lidwoord en zelfstandig naamwoord
June 2024
- Lesson with
14 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3