3.4: De opkomst van het christendom
1. Judea veroverd : Joden aanbidden maar één god, Romeinen vinden dit heel irritant
2. opstanden : hoop op een messias (verlosser) groeit bij de joden.
3. Jezus Christus verkondigt het evangelie
- voor God is iedereen gelijk
- na de dood kom je in de hemel
- christendom groeit
4. Christendom wordt verboden : het gaat slecht met het rijk, christenen krijgen de schuld
gevolg: vervolgingen (colosseum, keizer Nero)
5. Keizer Constantijn: laat zich dopen en wordt christen, christendom toegestaan
6. staatsgodsdienst, het christendom wordt de enige toegestane godsdienst