Alfa B les 3 19-09 getalwaarde

Rekenen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
RekenenISK

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Rekenen

Slide 1 - Slide

Bij mevrouw Judith
Kebron
Takiya
Diar
Zahida
Thuraya
Mohamad
Maryan
Salam 
Youssef


Bij mevrouw Dagmar
Abel
Hala
Yelei
Malak
Yaman
Wissam
Ismail
Riad
Emad
Hadi
Ghaith
Muaaz


Slide 2 - Slide

Hoe heet dit?

Slide 3 - Open question

+
Plus

Slide 4 - Slide

Andere woorden voor +
  • erbij
  •  samen

Slide 5 - Slide

-
min

Slide 6 - Slide

Andere woorden voor min
  • eraf
  • minder


Slide 7 - Slide

Hoe heet dit? X

Slide 8 - Open question

Hoe heet dit? :

Slide 9 - Open question

568+12=
A
580
B
556
C
590
D
578

Slide 10 - Quiz

316-12=
A
300
B
328
C
314
D
304

Slide 11 - Quiz

3x3=
A
6
B
3
C
9
D
0

Slide 12 - Quiz

36:6=
A
30
B
6
C
42
D
9

Slide 13 - Quiz

Getallen


De 6 is een duizendtal      De 6 staat voor 6.000

De 3 is een honderdtal     De 3 staat voor     300


De 8 is een tiental               De 8 staat voor       80


De 0 is een eenheid            De 0 staat voor         0

Slide 14 - Slide

Getallen
Je kunt het getal in een raster schrijven.







D
H
T
E
6
3
8
0

Slide 15 - Slide


Wat is het getal
9 waard?
A
9000
B
900
C
90
D
9

Slide 16 - Quiz


Wat is het getal
7 waard?
A
7000
B
700
C
70
D
7

Slide 17 - Quiz


Wat is het getal
2 waard?
A
2000
B
200
C
30
D
2

Slide 18 - Quiz


Wat is het getal
3 waard?
A
3000
B
300
C
30
D
3

Slide 19 - Quiz


Wat is het getal
3 waard?
A
3000
B
300
C
30
D
3

Slide 20 - Quiz

Cijferen
Je kunt getallen onder elkaar zetten 
om de som uit te rekenen. 
Ze moeten daarbij goed onder elkaar staan. 
Bij minsommen moet het grootste getal bovenaan.

Slide 21 - Slide

Klaar met LessonUp!

Slide 22 - Slide

Zelfstandig werken
  • Maak het werkblad. 
  • Je mag samenwerken. Praat zachtjes en in het Nederlands. 
  • Je mag vragen aan mevrouw :)
  • Klaar? Dan op de laptop verder.  
timer
1:00

Slide 23 - Slide