Duits: Vertaling van voorzetsels

Hoe kun je het voozetsel 'naar' in het Duits vertalen?
1 / 17
next
Slide 1: Mind map
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoe kun je het voozetsel 'naar' in het Duits vertalen?

Slide 1 - Mind map

Vertaal: Ik ga naar school.
A
Ich gehe nach Schule.
B
Ich gehe zur Schule.
C
Ich gehe in die Schule.

Slide 2 - Quiz

Vertaal: Wij gaan naar Zürich.

Slide 3 - Open question

Vertaal: Zij gaan naar het zwembad.

Slide 4 - Open question

Vertaal: Ik ga naar mijn oma

Slide 5 - Open question

Welke voorzetsels betekenen 'door' in het Duits?

Slide 6 - Mind map

Vertaal: wij liepen door het park

Slide 7 - Open question

Vul in: Senioren konnten (door middel van een brief) wählen.

Slide 8 - Open question

Vul in: Die Frage wurde (door mij) gelöst.
A
durch mich
B
von mir

Slide 9 - Quiz

Welke vertalingen ken je voor 'bij'?

Slide 10 - Mind map

Vul in: Er wohnt noch (bij zijn ouders).

Slide 11 - Open question

Er stellte sich ..
A
ans Fenster.
B
beim Fenster.
C
zum Fenster.

Slide 12 - Quiz

Wat is de juiste vertaling van 'voor'?
A
für
B
vor

Slide 13 - Quiz

Maak een voorbeeldzin met 'für'

Slide 14 - Open question

Maak een voorbeeldzin met 'vor'.

Slide 15 - Open question

Meer weten?
Zie blz 394-396 in Neue Kontakte voor meer voorbeelden. 

Slide 16 - Slide

Meer oefenen?
Maak opdracht 10 tm 15 op blz. 118/119

Slide 17 - Slide