Formatieve check H2 Organen en cellen

Formatieve check H2 Organen en cellen
op tafel:
  • boek
  • schrift
  • etui
  • een dicht  Chromeboek
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Formatieve check H2 Organen en cellen
op tafel:
  • boek
  • schrift
  • etui
  • een dicht  Chromeboek

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Formatieve check H2 organen en cellen 
Eerst 10 minuten H2 bestuderen


timer
10:00

Slide 2 - Slide

Basisstof 1 
Leerdoelen: 
  • Je kunt organen benoemen in een torso en in een dwarsdoorsnede van de romp
  • Je kunt organen benoemen in orgaanstelses van mens en dier

Slide 3 - Slide

Bekijk de afbeelding van de orgaanstelsels.
 
Zet de juiste naam onder het juiste orgaanstelsel.

ademhalingsstelsel
bloedvatenstelsel

Slide 4 - Drag question


Na het eten zijn je maag en darmen hard aan het werk. Ze verteren het eten.

Waar zij je maag en darmen voorbeelden van?
A
ademhalingsstelsel
B
organen
C
orgaanstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 5 - Quiz

Bij welk orgaanstelsel horen de maag en de darmen
A
beenderstelsel (skelet)
B
bloedvatenstelsel
C
verteringsstelsel
D
ademhalingsstelsel

Slide 6 - Quiz

Bekijk de afbeelding van de orgaanstelsels.
 
Zet de juiste naam onder het juiste orgaanstelsel.

Beenderstelsel
verteringsstelsel

Slide 7 - Drag question

Organisme
Orgaanstelsel
Orgaan
Levend wezen
Deel organismen met functie
Groep organen met dezelfde functie
Hond
Bloedvatenstelsel
Hart

Slide 8 - Drag question

Basisstof 2
  • Je kunt de bouw en functies van wortels, stengels en bladeren beschrijven 
  • Je kunt orgaanstels van planten noemen met hun functie 

Slide 9 - Slide

Organen van planten
Bladeren
Wortels
Stengel

Slide 10 - Drag question

Het vatenstelsel van een plant vervoert glucose van de wortels naar de andere delen van de plant.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Wat transporteert het vatenstelsel van de bladeren naar andere delen van de plant?
A
Water en koolstof
B
Water en mineralen
C
Zuurstof
D
Glucose

Slide 12 - Quiz

In de afbeelding is het wortelstelsel van een peen schematisch getekend.
Bij welk deel of bij welke delen kan de plant water met voedingsstoffen opnemen?
A
Deel 1
B
Deel 2
C
Deel 3
D
Water wordt door de bladeren opgenomen

Slide 13 - Quiz

Wat is GEEN functie
van wortels
A
Reserve voedsel opslaan
B
Water en voedingsstoffen opnemen
C
Plant vast zetten in de bodem
D
Glucose maken. (Fotosynthese)

Slide 14 - Quiz

Welke functie hoort bij welk orgaan? 
1. Dit orgaan is voor de voortplanting. Hier ontstaan zaden, waaruit nieuwe planten groeien.
2. Water met mineralen opzuigen en vastzetten in de grond
3. Hierin lopen de nerven die zorgen voor vervoer van water en stoffen. Tussen de nerven zit bladmoes, daar maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen.
4. Dit houdt de plant overeind. Hierin lopen dunne 'buisjes' die water en stoffen naar de bladeren en bloemen vervoeren.

Slide 15 - Drag question

Basisstof 3 
  • Je weet dat een organimse bestaat uit cellen 
  • Je kunt weefsels van mensen en planten noemen met hun functies 

Slide 16 - Slide

In een boom is één jaarring veel breder dan de andere jaarringen. Wat kan daarvan de oorzaak zijn?
A
Dat kan komen, doordat de boom in dat jaar te lijden had van een rupsenplaag.
B
Dat kan komen, doordat de winter van dat jaar erg koud was.
C
Dat kan komen, doordat de zomer dat jaar erg droog was.
D
Dat kan komen, doordat het voorjaar van dat jaar heel vochtig en warm was.

Slide 17 - Quiz

Zenuwweefsel
Botweefsel
Spierweefsel

Slide 18 - Drag question

Orgaan
Organisme
Orgaanstelsel
Weefsel

Slide 19 - Drag question

Basisstof 4 Cellen
  • Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies 
  • Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies

Slide 20 - Slide

Dierlijke cel
Plantaardige cel

Slide 21 - Drag question

timer
1:00
Plastide
Celwand
Cytoplasma
Vacuole
Celmembraan
Kern

Slide 22 - Drag question

3 plastiden zijn?
A
bladgroen-zetmeel-waterpestkorrels
B
zetmeel-waterpest-kleurstofkorrels
C
kleurstof-paprika-zetmeelkorrels
D
kleurstof-bladgroen-zetmeelkorrels

Slide 23 - Quiz

Als een tomaat rijpt gebeurt er iets met de kleur, hij gaat namelijk van een groene naar een rode kleur.
Een type plastide verandert in een andere type plastide.

Welk plastide was er eerst, en ik welke plastide verandere hij?
A
Van zetmeelkorrel naar kleurstofkorrel
B
Van kleurstofkorrel naar bladgroenkorrel
C
Van bladgroenkorrel naar kleurstofkorrel
D
Van bladgroenkorrel naar zetmeelkorrel

Slide 24 - Quiz

Wel in een dierlijke cel
Niet in een dierlijke cel
Sleep de tekst naar de goede plek!
Celkern
Celwand
Celmembraan
Bladgroenkorrels

Slide 25 - Drag question

Wat weet je nu? 

Slide 26 - Slide