This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Toetsvoorbereiding 2
Slide 1 - Slide
Een tabel heeft ……………………………………………… als de stapgrootte in de bovenste rij 1 is en de stapgrootte in de onderste rij steeds gelijk is.
Slide 2 - Open question
Welke tabel heeft regel- maat?
A
Tabel A
B
Tabel B
Slide 3 - Quiz
Een verband waarbij de toename of afname steeds gelijk is, heet een
…………………………… verband
A
exponentieel
B
lijn
C
lineair
D
teken
Slide 4 - Quiz
Wat is de regelmaat in deze tabel?
Slide 5 - Open question
Bij een regelmatige toename .......de grafiek
A
stijgt
B
daalt
Slide 6 - Quiz
Bij een regelmatige afname .......de grafiek
A
stijgt
B
daalt
Slide 7 - Quiz
Wat is de regelmaat in deze tabel?
Slide 8 - Open question
Zet in de juiste volgorde
timer
1:00
1
2
3
assen-stelsel maken
2 punten tekenen en lijn
tabel maken
Slide 9 - Drag question
Variabele boven in de tabel / x-as
richtingscoëfficiënt
begingetal
Variabele onder in de tabel / y-as
Slide 10 - Drag question
Je gebruikt dagelijks 15 mL badschuim uit een fles met een inhoud van 200 mL. Wat is de juiste formule?
A
badschuim (mL)=200 +15×aantal dagen
B
badschuim (mL)=200-15×aantal dagen
C
badschuim (mL)=15+200∶aantal dagen
Slide 11 - Quiz
Je verkoopt je verzameling stripboeken voor € 2,50 per stuk. Je hebt er al 4 verkocht. Het gaat om jouw inkomsten. Wat is het richtingsgetal?
Slide 12 - Open question
Je verkoopt je verzameling stripboeken voor € 2,50 per stuk. Je hebt er al 4 verkocht. Het gaat om jouw inkomsten. Wat is het startgetal?
Slide 13 - Open question
Je verkoopt je verzameling stripboeken voor € 2,50 per stuk. Je hebt er al 4 verkocht. Het gaat om jouw inkomsten. Schrijf de formule op: Inkomsten =?
Slide 14 - Open question
formule
tabel
grafiek
Slide 15 - Drag question
Dit is een sleep vraag. Let op! sleep alleen de goede antwoorden naar de tabel.
€ 11,45
€ 12,70
€ 3,05
€ 3,25
€ 7,35
Slide 16 - Drag question
Variabele boven in de tabel
richtingscoëfficiënt
begingetal
Variabele onder in de tabel
Slide 17 - Drag question
Elk jaar daalt de waarde van een auto. De prijs voor een nieuwe auto is € 22 000,-. Schrijf de woordformule op als de waarde van de auto ieder jaar met € 1200,- daalt.
Slide 18 - Open question
Waarde auto (€)= 22000 - 1200 x aantal jaren Bereken de waarde van de auto na 4 jaar.
Slide 19 - Open question
Hoeveel kost 1 kg kaas?
Slide 20 - Open question
Hoe kun je zien dat deze tabel bij een lineair verband hoort?
Slide 21 - Open question
Wat is de woordformule van deze tabel?
Slide 22 - Open question
Wat is het startgetal?
Slide 23 - Open question
Wat is het richtingsgetal?
Slide 24 - Open question
Is hier sprake van regelmatige toename of afname?
A
regelmatige toename
B
regelmatige afname
Slide 25 - Quiz
Schrijf de woord- formule op die bij deze tabel hoort.