What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
19 maart
Tu as quel âge?
Bonjour, ça va?
Comment tu t'appelles?
Tu habites où?
C'est quoi?
Tu as un frère ou une soeur?
C'est quoi?
Il/elle a quel âge?
Au revoir!
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Tu as quel âge?
Bonjour, ça va?
Comment tu t'appelles?
Tu habites où?
C'est quoi?
Tu as un frère ou une soeur?
C'est quoi?
Il/elle a quel âge?
Au revoir!
Slide 1 - Slide
J'ai douze ans
"Ça va bien
Je m'appelle Roos
J'habite à Vlaardingen
C'est un chien
Oui, j'ai un frère/une soeur.
À plus!
Il/elle a 13 ans
C'est un chat
Slide 2 - Slide
deel SO
het werkwoord avoir
proeftoets maken
Slide 3 - Slide
Deel SO
apprendre E
Slide 4 - Slide
De persoonlijke voornaamwoorden
Je/j'
- Ik
Nous
- Wij
Tu
- Jij
Vous
- Jullie/u
Il
- Hij
Ils
- Zij (mannelijk meervoud)
Elle
- Zij
Elles
- Zij (vrouwelijk meervoud)
On
- Wij/Men
*
On
wordt meestal gebruikt in de spreektaal
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
A. optreden
B. ontdekt worden
C. zin hebben om te
A. zij heeft
B. zij hebben
C. men heeft
D. jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1. nous avons
2. tu as
3. ils ont
4. on a
5. vous avez
6. elle a
Slide 7 - Drag question
Wat betekent "tu as"?
A
jij hebt
B
jij bent
C
hij heeft
D
ik heb
Slide 8 - Quiz
Wat betekent "nous avons"?
A
ik heb
B
u heeft
C
wij hebben
D
zij hebben
Slide 9 - Quiz
hij heeft
A
nous avons
B
il a
C
vous avez
D
elle a
Slide 10 - Quiz
Non, j'.... un frère
A
ai
B
a
C
as
D
ont
Slide 11 - Quiz
Nous ... un jardin.
A
avons
B
avez
Slide 12 - Quiz
Marie.... une grand-mère super!
A
as
B
a
Slide 13 - Quiz
Elle ... un lapin.
A
as
B
a
Slide 14 - Quiz
Léa ... deux chiens.
Slide 15 - Open question
J' ... treize ans.
A
ai
B
ont
Slide 16 - Quiz
vertaal: ik ben 13 jaar
Slide 17 - Open question
Vous ... les maths?
Slide 18 - Open question
Au travail
Maken: blz 50, 51 (d, e, f)
Klaar? Maak exercice 18 blz 34.
Ook klaar? Probeer exercices 32 en 33 te maken, blz 51
timer
10:00
Slide 19 - Slide
Tot 20 tellen in het Frans
Slide 20 - Slide
Wie kan tot 20 tellen?
We gaan het volgende spelletje doen: 'Plus ou moins'. Neem een getal in gedachten. Je buurman of buurvrouw gaat het getal raden.
Voorbeeld:
A: *heeft 13 in zijn/haar hoofd*
B: quatorze?
A: Moins (minder)
B: onze?
A: Plus (meer)
timer
1:00
timer
5:00
Slide 21 - Slide
Oefentoets
Slide 22 - Slide
Ga staan als je het getal in het Frans weet
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
More lessons like this
Chapitre 1 - Le verbe avoir
September 2023
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
herhaling avoir
November 2022
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Le verbe avoir répétition
October 2022
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Le verbe avoir répétition
November 2021
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Het onregelmatige werkwoord 'avoir' (hebben)
November 2023
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Semaine 3 cours 3 : tu as quel âge ?
September 2022
- Lesson with
21 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
1e - le verbe avoir
March 2023
- Lesson with
13 slides
Frans
Middelbare school
vmbo lwoo, vwo
Leerjaar 1
Ontkenning + avoir/être
December 2021
- Lesson with
34 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1