H. 8.1

welkom
Hoe was de herfstvakantie?
1 / 40
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

welkom
Hoe was de herfstvakantie?

Slide 1 - Slide

We gaan huiswerk maken
10 minuten....timer start zo.
Werkboek 8.1
blz 51 
vraag 1 t/m 17

Slide 2 - Slide

Herhaling H. 7
A
leuk
B
niet leuk
C
balen
D
yes!!!

Slide 3 - Quiz

Wat is een Biotoop?
A
Een eekhoorn in het bos
B
Een levensomstandigheid
C
Invloed van een leefgebied
D
Leefgebied van een organisme

Slide 4 - Quiz

Wat is een levensgemeenschap?
A
Verschillende leefgebieden
B
Alle organismen
C
Alle organismen die samenleven
D
Een bos of strand

Slide 5 - Quiz

Wat is een biotische invloed?
A
Een rivier
B
Een heuvel van een berg
C
Een aantal roofdieren
D
Een koude luchtstroom

Slide 6 - Quiz

Wat is dan een abiotische invloed?
A
Helmgras
B
Een aantal roofdieren
C
Veel zon op een dag
D
Heel veel zeevogels

Slide 7 - Quiz

Wat is determineren?
A
Een boek lezen over dieren
B
Een boek over planten lezen
C
Opzoeken van een naam
D
Opzoeken van een naam van een organisme via een boek

Slide 8 - Quiz


A
Balen
B
Lief
C
Thank god it's friday
D
huh?

Slide 9 - Quiz

Wat is de wetenschappelijke naam van de Leeuw
A
Panthera leo
B
Panthera Leo
C
Panthera Felidae
D
Panthero leo

Slide 10 - Quiz

Bij determineren
A
Zoek je een plaatje van het organisme op
B
Gebruik je de telefoon
C
Zoek je de kenmerken op van het organisme

Slide 11 - Quiz

wetenschappelijke naam van een organisme bestaat uit 2 delen:
A
Geslachtsnaam en soortaanduiding
B
Geslachtsnaam en familienaam
C
Soortaanduiding en familienaam
D
Alleen de soortaanduiding

Slide 12 - Quiz

Geslachtsnaam begint met een hoofdletter
A
juist
B
niet juist

Slide 13 - Quiz

Oppervlaktewater is...
A
Een rivier
B
De zee
C
Grondwater
D
Kraanwater

Slide 14 - Quiz

Wat is brak water?
A
zout water
B
Suikerwater met zout er in
C
Zee water
D
Zoet en zout water gemengd

Slide 15 - Quiz

Water
A
Kookt bij 80 graden
B
Smelt bij 4 graden
C
Kookt bij 120 graden
D
Smelt bij 0 graden

Slide 16 - Quiz

Welke fasen heb je?
A
vast en vloeibaar
B
vloeibaar en gas
C
vast, vloeibaar en gas
D
smelten, gas en vast

Slide 17 - Quiz

ijs is een
A
vloeibare vorm
B
vaste vorm
C
voorbeeld van smelten
D
voorbeeld van vriezen

Slide 18 - Quiz

dit is de overgangvan
A
vast naar vloeibaar
B
vast naar gasvormig
C
gas naar vast
D
vloeibaar

Slide 19 - Quiz

Bij verdamping
A
Bewegen de moleculen heel snel
B
Bewegen de moleculen bijna niet

Slide 20 - Quiz

Voor verdamping is warmte nodig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz


Wat zijn moleculen?
A
Kleinste bouwstenen van een stof
B
Kleinste bouwstenen van een mengsel

Slide 22 - Quiz

Wat is condenseren?
A
De overgang van gas naar vloeibaar
B
De overgang van vloeibaar naar vast
C
De overgang van vloeibaar naar gas
D
De overgang van vast naar gas

Slide 23 - Quiz

Hoe heet de overgang van de vaste fase naar de gasfase?
A
sublimeren
B
vervluchtigen
C
condenseren
D
rijpen

Slide 24 - Quiz

In de gasfase is de aantrekkingskracht tussen moleculen het kleinst
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Wat heb je niet nodig voor fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof

Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
zuurstof
B
zonlicht
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 26 - Quiz

Wat is de fotosynthesereactie?
A
zuurstof+water--> glucose+koolstofdioxide
B
zuurstof+glucose--> water+koolstofdioxide
C
water+koolstofdioxide --> zuurstof+glucose
D
zuurstof+koolstofdioxide--> water+glucose

Slide 27 - Quiz

Je ziet hier heel duidelijk de bladgroenkorrels van een plant. Wat gebeurt er in deze bladgroenkorrels?
A
Hierin wordt het zonlicht opgevangen en krijgt de plant voedsel.
B
Hierin vindt fotosynthese plaats.
C
Hiermee ademt de plant.
D
Het is een stofje dat zorgt voor de mooie groene kleur van blad.

Slide 28 - Quiz

Hoe krijgt de plant mineralen
A
via de huidmondjes
B
Via de vaatbundels
C
Via de wortels
D
Via het blad

Slide 29 - Quiz

In welke bodemlaag vinden we opruimers zoals regenwormen en kevers?
A
Strooisellaag
B
Grondlaag
C
Humuslaag
D
Bodemlaag

Slide 30 - Quiz

Planten staan onderaan de voedselpiramide en zijn producenten.
A
waar
B
onwaar

Slide 31 - Quiz

In de afbeelding staat een voedselpiramide afgebeeld. Is dit een piramide van biomassa of een piramide van aantallen?
A
Het is een piramide van aantallen.
B
Het is een piramide van biomassa.

Slide 32 - Quiz

Een roofvogel staat bovenaan in de voedselpiramide en is dus een producent.
A
waar
B
onwaar

Slide 33 - Quiz

Schimmels bestaan uit schimmeldraden. Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quiz


Wie zijn de producenten van de voedselkringloop
A
planten
B
dieren
C
schimmels
D
bacteriën

Slide 35 - Quiz

Een prullenmand met papier staat in brand. Je blust deze brand met water. Welk onderdeel uit de driehoek haal je dan voornamelijk weg?
A
brandstof
B
zuurstof
C
ontbrandingstemperatuur

Slide 36 - Quiz

Welke van de drie factoren wordt er weggehaald als er een branddeken over een brand wordt gelegd?
A
Brandstof
B
Hitte
C
Zuurstof

Slide 37 - Quiz

Welke voorwaarde uit de branddriehoek haal je weg als:
je een brand met water blust.
A
Zuurstof
B
Brandbare stof
C
Ontbrandingstemperatuur

Slide 38 - Quiz

einde quiz
A
hehe
B
yes!
C
eindelijk
D
weekend!

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Slide