10-12-2024 Cursus 5 Grammatica § 4 samengestelde zinnen

Welkom les Nederlands

Ga op je vaste plek zitten in het lokaal.

Pak je leesboek en dicteeschrift.
 

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Welkom les Nederlands

Ga op je vaste plek zitten in het lokaal.

Pak je leesboek en dicteeschrift.
 

Slide 1 - Slide

Regels in de klas
Jas in locker
Geen kauwgom of ander eten/drinken
Spullen op tafel
Telefoon in de tas en geluid uit
Oortjes in tas
Tas op de grond
Recht zitten

Slide 2 - Slide

Cem                    

Slide 3 - Slide

Planning

1. Stillezen + Boekpromotie
2. Dictee
3. Instructie
4. Zelfstandig werken
5. Afsluiting

Slide 4 - Slide

Stillezen
We beginnen met stillezen.
timer
10:00
S
T
I
L
L
E
Z
E
N

Slide 5 - Slide

Dictee!
Dictee!

Slide 6 - Slide

DICTEE DICTEE DICTEE DICTEE
* Australië
* supertalent
* goud
* snelste
* gerend


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Samengestelde zinnen

Slide 9 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Wat weten jullie al?
  • Uitleg samengestelde zinnen
  • Opdrachten maken
  • Afsluiting 

Slide 10 - Slide

Lesdoelen
Wat gaan we vandaag leren?
  • Ik kan samengestelde zinnen herkennen.
  • Ik kan voegwoorden herkennen.
  • Ik kan de persoonsvorm en onderwerpen in samengestelde zinnen vinden.

Slide 11 - Slide

De lerares
geeft
een proefwerk.
persoonsvorm
onderwerp

Slide 12 - Drag question

Gezegde


Alle werkwoorden in de zin, dus ook de persoonsvorm. 

Slide 13 - Slide

Waar denk je aan? 
Persoonsvorm
Onderwerp
Gezegde
Wie of wat + persoonsvorm
Dit vind je met de vraagproef of tijdproef
Alle werkwoorden in een zin

Slide 14 - Drag question

Jorrit
wil
morgen
een appeltaart
bakken.
persoonsvorm
gezegde
onderwerp

Slide 15 - Drag question

Wat is het gezegde van deze zin?

De leerlingen zaten allemaal gezellig te kletsen.
A
zaten
B
zaten gezellig te kletsen
C
zaten te kletsen
D
zaten kletsen

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Link

SAMENGESTELDE ZINNEN

Wanneer je van twee korte zinnen één lang zin maakt,

dan noem je die zin een samengestelde zin.


VOORBEELD:

Ik loop naar de bakker.       Ik koop een brood.


Ik loop naar de bakker en ik koop een brood.



Het woordje 'en' verbind hier de twee zinnen aan elkaar.

Slide 18 - Slide

SAMENGESTELDE ZINNEN

In iedere zin staat een persoonsvorm. 

Zinnen met twee persoonsvormen noem je

samengestelde zinnen. 


Bij elke persoonsvorm hoort een onderwerp.

In samengestelde zinnen staan dus ook twee onderwerpen.



Slide 19 - Slide

SAMENGESTELDE ZINNEN

Met een voegwoord, zoals en, maar, omdat  of want, kun je van twee korte zinnen een samengestelde zin maken:


VOORBEELD:

Kim leest een boek.      Rick leest een stripverhaal.


Kim leest een boek, maar Rick leest een stripverhaal.



Slide 20 - Slide

SAMENGESTELDE ZINNEN

Soms verandert de volgorde van de woorden in het tweede deel van de zin:


VOORBEELD:

Giel zit op basketbal.       Hij houdt van sporten.


Gielt zit op basketbal, omdat hij van sporten houdt.



Slide 21 - Slide

Opdracht:
Cursus Grammatica 
§ 4 Samengestelde zinnen
Alles maken ook de leerroute!
timer
10:00

Slide 22 - Slide

Huiswerk
 Datum:
13-12-2024
Maken:
Cursus 5 Grammatica
§ 4 Samengestelde zinnen





Slide 23 - Slide

TOT SNEL!

Slide 24 - Slide