Thema 3.7 hh & 3.8

• NT2
• Beroepsopleiding

08  april   2022

Doelen

Herhaling woorden

3.7

zijn er nog vragen?

3.8

Geregeld spreken

Vragen

Herhaling woorden

3.5  

Hij vraagt of...

Is Elsa vandaag in de les?

bijv.: Hij vraagt of Elsa vandaag in de les is.

niet zeker

Zij vraagt of...

Woon jij in Purmerend?

bijv.: Zij vraagt of jij in Purmerend woont.

niet zeker

Kom je morgen
op bezoek?

Is het antwoord goed?

Gaan jullie op vakantie?

Vind je Nederlands
moeilijk?

Zeggen

Herhaling woorden

3.5  

Zij zegt dat...

Ik bel je morgen.

bijv.: Zij zegt dat ze morgen belt.

informatie geven

Martha werkt morgen.

De film begint om 20:00.

Hij kan morgen
niet komen.

Zij zegt dat...

A:   Ik ging gisteren naar het strand.

B:   Hij/Zij zegt dat hij/zij naar het strand ging.

iets vertellen

Zij zegt dat...

A: Het was mooi weer.

B:  Hij/Zij zegt dat het mooi weer was.

iets vertellen

Zij zegt dat...

A: Het was mooi weer.

B:  Hij/Zij zegt dat het mooi weer was.

iets vertellen

plannen voor het weekend

het weer

familie

Wat ging goed?

Herhaling woorden

3.7

3.8

  

Huiwerk

Computeropdrachten  3.8**

Tot volgende week!

3.9 Een uitje organiseren

Herhaling woorden

3.5  

oef 76

Herhaling woorden

3.5  

Computervaardigheden