38. Herhaling week 38 (les 3)

Binnen = beginnen!
  • Jas uit, tas op de grond
  • Boek en pen op tafel
  • Open je leesboek op p.13
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Binnen = beginnen!
  • Jas uit, tas op de grond
  • Boek en pen op tafel
  • Open je leesboek op p.13

Slide 1 - Slide

Vorige les
  • Uitleg hoofdzin en bijzin

Slide 2 - Slide

Vandaag
  • Keuze: aan de slag of uitleg
  • Herhaling persoonsvorm
  • Herhaling enkelvoudige en samengestelde zinnen
  • Herhaling hoofdzin en bijzin

Doelen van vandaag
  • Ik weet hoe ik de persoonsvorm kan vinden.
  • Ik kan enkelvoudige zinnen herkennen.
  • Ik kan samengestelde zinnen herkennen.
  • Ik kan de hoofdzin en bijzin herkennen.

Slide 3 - Slide

Aan de slag!
Maak opdracht 9 op p.75
Je schrijft de antwoorden in je werkboek.
19 minuten
Nakijken > Stencil > Nakijken
Je werkt zelfstandig in stilte. 
Ik kan hoofdzinnen en bijzinnen herkennen.

Slide 4 - Slide

Persoonsvorm
  • Werkwoord
  • Elke zin heeft een persoonsvorm


Hoe vind je de persoonsvorm?
  • Zet de zin in een andere tijd.
  • Zet de zin in het enkelvoud/meervoud.

  • Ik schrijf een mooi verhaal.

Slide 5 - Slide

Persoonsvorm
1.  Ik moest gisteren erg lang op de bus wachten.

2.  Beantwoord jij je mail eigenlijk wel?

3.  Mijn broertje heeft zijn huiswerk gemaakt. 

Oefenen!
        Schrijf voor jezelf de antwoorden op jouw wisbordje (2 min.)
        Overleg met je groepje: zijn jullie het eens over jullie antwoorden? (2 min.)
        Klassikale bespreking: welke antwoorden zijn juist?

Slide 6 - Slide

Enkelvoudig en samengesteld
  • Enkelvoudige zin: één persoonsvorm
  • Samengestelde zin: twee of meer persoonsvormen 


  • De poes miauwt.
  • Ze heeft honger.

De poes miauwt, want ze heeft honger.

Slide 7 - Slide

Enkelvoudig en samengesteld
1.  Joris loopt altijd naar school, terwijl hij een elektrische fiets in de schuur heeft staan.

2. Morgen gaan we verhuizen naar Amsterdam.

3. Sanne vindt lopen leuk, maar ze houdt niet van fietsen.

Oefenen!
        Schrijf voor jezelf de antwoorden op jouw wisbordje (2 min.)
        Overleg met je groepje: zijn jullie het eens over jullie antwoorden? (2 min.)
        Klassikale bespreking: welke antwoorden zijn juist?

Slide 8 - Slide

Hoofdzin en bijzin
  • Samengestelde zin: twee of meer persoonsvormen
  • Minimaal één hoofdzin

  • Hoofdzin: onderwerp en persoonsvorm naast elkaar
  • Bijzin: woordje 'niet' kan tussen onderwerp en persoonsvorm


Stap 1 = Onderstreep de persoonsvormen
Stap 2 = Zet een strepen tussen de zinnen
Stap 3 = Check: kun je het woordje 'niet' tussen onderwerp en persoonsvorm plaatsen?
Onderwerp
Het onderwerp van de zin vertelt je wie iets doet. Je vindt het onderwerp door te vragen: wie/wat + persoonsvorm + alle andere werkwoorden in de zin? Het antwoord op deze vraag is het onderwerp.

Bijvoorbeeld:
Wij voetballen (pv) op het schoolplein.

Wie voetballen? Wij.

Wij is dus het onderwerp van deze zin.

Slide 9 - Slide

Hoofdzin en bijzin
1.  Joris loopt altijd naar school, terwijl hij een elektrische fiets in de schuur heeft staan.

2. Morgen gaan we verhuizen naar Amsterdam.

3. Sanne vindt lopen leuk, maar ze houdt niet van fietsen.

Oefenen!
        Schrijf voor jezelf de antwoorden op jouw wisbordje (2 min.)
        Overleg met je groepje: zijn jullie het eens over jullie antwoorden? (2 min.)
        Klassikale bespreking: welke antwoorden zijn juist?

Slide 10 - Slide

Opdracht 9
a = Op de camping feest je alle dagen lang, // hoewel je het wel hebt gehad, // omdat je
met je tent worstelt // en de douche koud water geeft.

b =  Als de laatste dag aanbreekt, // je je spullen weer bij elkaar probeert te zoeken // en je in de stress schiet, // ligt je vriendin nog in de zon te bakken.

Slide 11 - Slide

Wat vind je ervan?
  • Hoe gaan de lessen?
  • Is de lesstof te veel/te weinig?
  • Gaat de uitleg te snel/te langzaam?

  • Tips
  • Tops 

Lever je post-it bij de deur bij mij in!

Slide 12 - Slide

Terugblik
  • Keuze: aan de slag of uitleg
  • Herhaling persoonsvorm
  • Herhaling enkelvoudige en samengestelde zinnen
  • Herhaling hoofdzin en bijzin

Doelen van vandaag
  • Ik weet hoe ik de persoonsvorm kan vinden.
  • Ik kan enkelvoudige zinnen herkennen.
  • Ik kan samengestelde zinnen herkennen.
  • Ik kan de hoofdzin en bijzin herkennen.

Slide 13 - Slide

Volgende les
  • Uitleg voegwoorden
  • Aan de slag!

Slide 14 - Slide