TL3 Formatieve toets Unit 3 Lessons 1+2+3 (SOCRATIVE)+ Bijwoorden op-LY

English

Today:
- 3.4 Listening + new vocabulary
-  Grammatica uitleg:   Bijwoorden op -ly
- Formatieve toets Unit 3 
- Zelfst. werken + Self-test
1 / 32
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

English

Today:
- 3.4 Listening + new vocabulary
-  Grammatica uitleg:   Bijwoorden op -ly
- Formatieve toets Unit 3 
- Zelfst. werken + Self-test

Slide 1 - Slide

Now......



3.4 Listening+vocabulary: p. 123



Slide 2 - Slide

Bijwoorden op -ly (adverbs)
Aan het eind van deze les:

  • weet jij het verschil tussen bijwoord en bijvoeglijk naamwoord
  • weet jij hoe je bijwoorden op-ly moet maken en hoe jij ze op de juiste plaats in de zin moet gebruiken

Slide 3 - Slide

Hoe zeg jij 'gras' in het Engels?
garden
hedge
grass

Slide 4 - Poll

Hoe zeg jij 'gescheiden' in het Engels?
brave
divorced
jumpy

Slide 5 - Poll

Hoe zeg jij 'ontsnappen' in het Engels?
escape
grab
join

Slide 6 - Poll

Kies het juiste woord:

You must be my new ................ . Welcome to our street.
A
neighbour
B
tank

Slide 7 - Quiz

Kies het juiste woord:

Ah, there he is! Will you ....... him for me?
A
touch
B
grab
C
introduce

Slide 8 - Quiz

Kies het juiste woord:

He often ................ from his tank.
A
keeps
B
lives
C
escapes

Slide 9 - Quiz

The snake was quick

He quickly grabbed the snake.

Slide 10 - Slide

My father is a careful driver.

In deze zin het woord 'careful' zegt iets over de eigenschap van een persoon (wat voor chauffeur is mijn vader?)

'CAREFUL' is dus een bijvoeglijk naamwoord (adjective).
My father drives carefully.

In deze zin het woord 'carefully' zegt iets over hoe iemand iets doet (hoe rijdt mijn vader?)

'CAREFULLY' is dus een bijwoord (adverb).

Slide 11 - Slide

definition

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Check yourself
Complete the sentences by filling in the adverb:

Slide 18 - Slide

The driver was driving really ................. !
A
slow
B
slowly

Slide 19 - Quiz

This woman is .......................... old.
A
increadibly
B
increadible

Slide 20 - Quiz

It is raining .................. hard today.
A
extreme
B
extremely

Slide 21 - Quiz

It was ................. too difficult for me!
A
simpley
B
simple
C
simply

Slide 22 - Quiz

This programme will be .......................... updated.
A
automatic
B
automatically
C
automaticly

Slide 23 - Quiz

Formative test
Herhaal woorden van Unit 3 Lessons 1+2+3 uit je boek
                           of...
Oefen woorden in Quizlet: quizlet.com/Nataliia85/folders/unit-3?x=1xqt&i=1d5tbr     
                                                      5 min!

timer
6:00

Slide 24 - Slide

Formative test
  1. Ga naar GoSocrative: https://www.socrative.com/#login
  2. Voer de 'ROOM NAME': Okolita
  3. Voer je (echte) naam in
  4. Wacht totdat de toets gestart wordt
  5. Klaar? Bekijk je score en begin alvast met het maken van opdrachten van deze week!
Do: Unit 3 ->Lesson 4->opdr. 38 t/m 45 (werkboek) + Self-test Unit 3 (online)
Finished? -> Unit 3 Practise more (online)
Study: all Words&Phrases Unit 3

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Werk aan je Weektaak

Do: Unit 3 ->Lesson 4->opdr. 38 t/m 45 (werkboek) + Self-test Unit 3 (online)

Finished? -> Unit 3 Practise more (online)
Leren: all Words&Phrases Unit 3


timer
30:00

Slide 27 - Slide

What Makes A Good Friend?
Cherry Wallis noemt vijf eigenschappen die een goede vriend heeft. Welke zijn dat?






1.
2.
3.
4.
5.

Slide 28 - Slide

What Makes A Good Friend?
Cherry Wallis noemt vijf eigenschappen die een goede vriend heeft. Welke zijn dat?









1. acceptance
2. respect
3. listening
4. trust
5. honesty

Slide 29 - Slide

Werk aan je weektaak:
Maken:

Unit 3 - Lesson 4 - opdr. 36,37,38,41,43,44, blz. 119


Leren: Woorden Unit 3 Lesson 4 + Reader 22,23


timer
20:00

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Link