This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Leg uit waarom in de verte staren ontpannend is voor je oog?
Slide 2 - Open question
Wat is het probleem als je bijziend bent?
A
Ooglens is te sterk
B
Ooglens is te zwak
Slide 3 - Quiz
Bijziend
De ooglens is te sterk
Voorwerpen dichtbij goed zien
Negatieve lens nodig
- brillenglazen
Slide 4 - Slide
Wat voor lens heb je nodig als je verziend bent?
A
negatief
B
positief
Slide 5 - Quiz
Verziend
De ooglens is te zwak
Voorwerpen veraf goed zien
Positieve lens nodig
+ brillenglazen
Slide 6 - Slide
Ouderdom
Ooglens is minder elastisch
Verziende ogen
Dichtbij slecht zien
Positieve lens nodig
+ brillenglazen
Slide 7 - Slide
Gedrag havo
Slide 8 - Slide
Wat is GEEN gedrag.
A
Leerling slaapt in de les.
B
Een vleesetende plant vangt een vlieg
C
Hond rolt in het gras.
D
Vogel zit stil op een tak.
Slide 9 - Quiz
1. Wat is gedrag?
= alle waarneembare activiteiten van mens en dier.
--> gedragselementen
--> prikkels
--> respons
distelvink
Slide 10 - Slide
2. Gedrag beschrijven.
Gedragssysteem
Gedragsketen
Ethogram
Protocol
Slide 11 - Slide
Is dit een ethogram en/of een protocol?
A
Zowel een ethogram als een protocol
B
Ethogram
C
Protocol
D
Geen van beiden
Slide 12 - Quiz
Hoe beschrijft een etholoog gedrag? En wat is dan een juist voorbeeld?
A
objectief
B
subjectief
C
De kat tikt een bolletje wol voor zich uit.
D
De kat is vrolijk aan het spelen met een bolletje wol.
Slide 13 - Quiz
3. Het ontstaan van gedrag.
erfelijk gedrag --> aangeboren vb. gelaatsuitdrukkingen
aangeleerd gedrag --> ervaring vb. eten met mes en vork
anatomie
fysiologie
Slide 14 - Slide
* prikkels en motivatie.
Interne prikkels --> normwaarde --> homeostase
Externe prikkels --> zintuigen
Motivatie = bereidheid om bepaalde gedragssystemen uit te voeren.
Periodieke invloeden zoals daglengte en temperatuur
Slide 15 - Slide
Zintuigen en hersenen selecteren de belangrijkste externe prikkels zodat de best aangepaste respons volgt. Waarom is dit belangrijk?
Slide 16 - Open question
Een prikkel die steeds weer hetzelfde gedrag oproept het een ... ?
A
Inprenting
B
Sleutelprikkel
C
Supranormale prikkel
D
Inwendige prikkel
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Welk soort prikkels stonden afgebeeld op de vorige dia?
A
Sleutelprikkels
B
Supranormale prikkels
C
Sleutelprikkels en supranormale prikkels
Slide 19 - Quiz
4. Aangepast gedrag.
AANGEBOREN GEDRAG
LEERPROCESSEN
--> soortspecifiek
Slide 20 - Slide
manieren van leren
Slide 21 - Mind map
Leerprocessen
Gewenning
Trial and error --> proefondervindelijk leren
Inprenting (gevoelige periode)
Imitatie
Conditioneren
Slide 22 - Slide
Wat is gewenning?
A
Leren dat je altijd moet reageren.
B
Leren dat reageren niet altijd nodig is.
C
Leren dat reactie noodzakelijk is.
D
Leren in korte gevoelige periode.
Slide 23 - Quiz
Een jonge beer probeert voor het eerst zalm te vangen. Welk leerproces is dit?
A
Trial and error
B
Operante conditionering
C
Imitatie
D
Inprenting
Slide 24 - Quiz
Na het horen van een knal gooit je kamergenoot een prop tegen je hoofd. Na een tijd duik je vanzelf weg bij het horen van de knal. Welk leerproces is dit?
A
Operante conditionering
B
Klassieke conditionering
C
Gewenning
D
Inzicht
Slide 25 - Quiz
Leg uit wat het verschil is tussen klassiek conditioneren en operant conditioneren?
Slide 26 - Open question
Conditionering
Operante conditionering --> leren door straffen en belonen waardoor de frequentie van een gedrag verandert.
Klassieke conditionering --> aanleren van een nieuw gedrag op een bepaalde prikkel
Pavlov
Slide 27 - Slide
0
Slide 28 - Video
Wat is geen voorbeeld van sociaal gedrag?
A
vlooien bij apen
B
mens laat hond uit
C
katten vechten met elkaar
D
twee eenden baltsen
Slide 29 - Quiz
5. Sociaal gedrag
= gedrag van soortgenoten ten opzichte van elkaar.
Handelingen = signalen.
Slide 30 - Slide
Vormen van sociaal gedrag
Voortplantingsgedrag
Territoriumgedrag
Imponeergedrag
Conflictgedrag
Rangorde
Rolpatronen
Groepsgedrag
Slide 31 - Slide
Territorium - Territoriumgedrag Wat is NIET waar?
A
Een territorium is een eigen leefgebied
B
De grenzen van een territorium worden afgebakend
C
Vooral vrouwtjes bewaken het territorium
D
Het territorium wordt verdedigd door te dreigen en evt. te vechten is territoriumgedrag
Slide 32 - Quiz
Twee katers die hevig naar elkaar dreigen, gaan plotseling beide hun vacht schoonlikken. Hoe heet het gedrag dat de katten dan vertonen?
A
imponeergedrag
B
overspronggedrag
C
omgericht gedrag
D
ambivalent gedrag
Slide 33 - Quiz
Dit is een voorbeeld van..
A
dreiggedrag
B
overspronggedrag
C
baltsgedrag
D
omgericht gedrag
Slide 34 - Quiz
* Territoriumgedrag en conflictgedrag.
Territorium --> voedsel en ruimte om nakomelingen groot te brengen.
Conflictgedrag
--> Oversprong gedrag
--> Omgericht gedrag
--> Ambivalent gedrag
Slide 35 - Slide
0
Slide 36 - Video
In het filmpje zag je een voorbeeld van baltsgedrag. Wat is volgens jou het doel van baltsgedrag?