Klas 2 - quiz gramm, woordensch, spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

WELKOM

Bij Nederlands

10 min.

lezen

Vandaag 

• Planning 
• Struikelblokken
• Quiz over woordenschat
• Nog vragen?

Planning volgende week:

Maandag 23 januari: oefenen voor de toets

Dinsdag 24 januari: vragen bedenken voor Maren Stoffels / leren

Woensdag 25 januari: toets grammatica, woordenschat, spelling

Vrijdag 27 januari: Maren Stoffels komt langs

Quiz over woordenschat 

Hoofdstuk 3 en 4:

• Woordjes
• Zinnen
• Spreekwoorden
• Uitdrukkingen over geld

Pak je telefoon erbij!

In een e-mail gebruik je formeel taalgebruik. Wat betekent formeel?

1. Aardig
2. Zakelijk/beleefd
3. Prettig/vriendelijk
4. Normaal

wat betekent : behoeften ?

1. voorzien van geld
2. klusje
3. benodigdheden
4. naam

Wat betekent emigreren?

1. verhuizen naar een andere stad
2. verhuizen naar een ander land
3. op vakantie in een ander land
4. ik weet het niet

Wat betekent 'postuur'?

1. Letterlijk
2. Niet echt
3. Figuur
4. Brieven en kaarten

Wat is de betekenis van trend?

1. loopje
2. lopen
3. kleur
4. rage

wat betekent : slagzin ?

1. slogan, leus
2. benodigdheden
3. geldkist van de vereniging
4. activiteiten tot herstel

Wat is de betekenis van 'district'?

1. wensen
2. werkgebied
3. slogan; leus
4. oorsprong en geschiedenis van woorden

Elke ochtend eet Mik tegen heug en meug zijn bord havermout leeg

1. door veel tegenslagen
2. met grote tegenzin
3. veilig en wel
4. heel erg

Wat betekent
'handel en wandel'?

1. veilig en beschut
2. tot in detail geregeld
3. gedragingen; doen en laten
4. heel duidelijk

Wat betekent 'bepakt en bezakt?'

1. Zonder spullen
2. Informatief
3. Met (veel) bagage
4. Interessant

Wat betekent "kind noch kraai"?

1. Iedereen
2. Door veel tegenslagen
3. Heel erg
4. Helemaal niemand

'Ik erger me altijd groen en geel als mijn ouders op een feestje gaan dansen.'

Wat betekent de uitdrukking 'groen en geel ergeren'?

1. niet
2. heel erg
3. gekleurd
4. saai

Nederlanders staan wijd en zijd bekend om hun zuinigheid: wel kijken, niet kopen.

1. Nederlanders staan over het algemeen bekend om hun zuinigheid
2. Nederlanders staan overal bekend om hun zuinigheid.
3. Nederlanders staan bij iedereen bekend om hun zuinigheid
4. Nederlanders staan bij veel mensen bekend om hun zuinigheid

Geld dat stom is, maakt recht wat ... is.

1. zuur
2. krom
3. kwaad
4. gelukkig

Uitdrukking/spreekwoord over geld.
Dat is ..... verdiend geld.

1. snel
2. zuur
3. lekker
4. zoet

Wat betekent:
tijd is geld?

1. Als je tijd verprutst, verspil je ook geld
2. Voor iemand met geld is alles mogelijk
3. Geld in een hopeloze zaak steken
4. Voor dat geld is hard gewerkt

Wat betekent : het geld groeit iemand niet op de rug ?

1. hard moeten werken voor zijn geld
2. makkelijk geld uitgeven
3. verspillen
4. met minder genoegen nemen

Hij kiest eieren voor zijn geld.

1. Hij wil heel rijk zijn
2. Hij is gek op eieren
3. Hij is tevreden met minder

Een mens lijdt dikwijls het meest door het lijden dat hij vreest.

1. Goede daden worden altijd beloond
2. Alleen mooie kleren maken iemand niet mooi
3. De angst voor iets is meestal erger dan de gebeurtenis zelf
4. Je moet blij zijn met iets kleins

Wat betekent: Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel.

1. Het is soms goed om ergens niet over te praten.
2. Iets zeggen en dan onmiddelijk ook doen
3. De waarheid komt altijd boven water
4. Een leugen wint van de waarheid.

Welke uitdrukkingen over geld horen bij de plaatjes?

1.                                               2.                                                          3.