Lesweek 3: Les 1

1 / 52
next
Slide 1: Slide
MarketingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je herhaalt alle lesstof van hoofdstuk 2.
  • Je weet wanner de toets hoofdstuk 2 afgenomen wordt. 
  • Je legt uit waarom marktonderzoek wordt uitgevoerd. 
  • Je benoemt de functies van het marktonderzoek. 
  • Je toont aan welke stappenplan in een marktonderzoek uitgevoerd worden. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

INTERN

EXTERN

Concurrentie analyse
Product
Politieke ontwikkelingen
Bedrijfsanalyse
Huidige afnemers
Afnemersanalyse
Prijs
Bedrijfstakanalyse
DESTEP

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Wat is geen B2B koopsituatie?
A
straight rebuy
B
modified rebuy
C
new task buying
D
specialty goods

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

UPO (Uitgebreid probleem oplossend koopgedrag)
BPO (beperkt probleem oplossend koopgedrag
RAG (Routinematig aankoopgedrag) 

Convenience Goods
Shopping goods
Specialty goods

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Convenience goods
Shopping goods
Dagelijkse producten
Producten waar je de tijd voor neemt om ze te kopen. 

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

De klant doet geen moeite! Het is een automatisme-aankoop geworden
Klant denkt goed na over deze aankoop. Deze aankoop is best prijzig, maar ook duurzaam
Het is een exclusief en luxe product. De producten zijn vooral voor rijkere mensen.
Je weet dat het bestaat, maar denkt nu niet aan om het aan te schaffen. het is geen gewild product

Shopping goods

Unsought goods

Convenience goods

Speciality goods

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Door de toegenomen vraag naar scooters door consumenten, neemt de vraag naar scooterbanden toe. Van welk soort vraag is er sprake?
A
van een initiële vraag
B
van een vervangingsvraag
C
van een afgeleide vraag

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

De barman noemt alle frisdranken op en jij kiest Coca-Cola.
Dit behoort tot de:
A
Generieke vraag
B
Primaire vraag
C
Secondaire vraag
D
Afgeleide vraag

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Op een bloemenveiling komt het aanbod van een groot aantal kwekers tegenover de vraag van een heleboel bloemverkopers te staan. Op basis daarvan wordt dagelijks
de prijs bepaald. Van welk marktvorm is dit een voorbeeld?
A
Heterogeen oligopolie
B
Homogeen oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volledige mededinging

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Welke marktvorm is een vrije markt (veel aanbieders) en gaat over heterogene producten?
A
Monopoly
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volledige mededinging

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Plaats de vier marktvormen in volgorde van veel concurrentie op de markt tot weinig tot geen concurrentie op de markt.
Oligopolie
Monopolie
Volkomen concurrentie
Monopolistische concurrentie

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Een fietsbedrijf die verkoopt aan bedrijven richt zich uitsluitend op bedrijven met minimaal 50 werknemers.

Van welke segmentatiestrategie is hier sprake?
A
Geconcentreerde marketing
B
Gedifferentieerde marketing
C
Ongedifferentieerde marketing

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Een autobedrijf verhuurt bedrijfsauto’s aan grote bedrijven en eenmanszaken. Voor elke doelgroep hanteert het autobedrijf een andere marketingstrategie.

Van welke segmentatiestrategie is hier sprake?
A
Geconcentreerde marketing
B
Gedifferentieerde marketing
C
Ongedifferentieerde marketing

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Een bedrijf in barbecues gebruikt een marketingmix voor een brede doelgroep. Hij vindt het product zo goed dat hij denkt dat hij het aan iedereen kan verkopen. Welke segmentatiestrategie gebruikt dit bedrijf?
A
gedifferentieerde marktbenadering
B
ongedifferentieerde marktbenadering
C
geconcentreerde marktbenadering

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

een bedrijf richt zich op horecabedrijven in Friesland. welke twee segmentatiecriteria worden toegepast?
A
bedrijfsomvang en geografie
B
bedrijfsomvang en branche
C
branche en geografie
D
branche en bedrijfsomvang

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Marks bedrijf heeft onlangs een nieuw speciaalbier ontwikkeld. De marketingcampagne om het product onder de aandacht te brengen richt zich in het bijzonder op hoogopgeleide vrouwen, tussen de 25 t/m 45 jaar, die houden van kunst en film. Welke segmentatiecriteria worden in dit voorbeeld toegepast? Let op! Meerdere antwoorden zijn juist.
A
Demografische criteria
B
Geografische criteria
C
Psychografische criteria
D
Socio-economsche criteria

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een USP?
A
Het is een uniek kenmerk wat je bedrijf onderscheid van andere bedrijven
B
Het is een uniek voorwerp wat je te koop aanbiedt
C
Een speciale aanbieding
D
Een nieuwe technische toevoeging aan een apparaat

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Vodafone is in Nederland de toonaangevende leverancier van telecommunicatiediensten en IT-diensten. Het bedrijf onderscheidt zich met nieuwe telecominnovaties en IT-mogelijkheden. Vodafone maakt deze toegankelijk voor het grote publiek, voor consumenten en zakelijk.
Waarvan is dit een voorbeeld?

A
USP
B
positionering
C
propositie

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat staat centraal bij het positioneren?
A
De plek die de retailer inneemt t.o.v. de concurrenten
B
Het imago dat de retailer heeft bij de consument
C
De prijs en de service
D
De klantvriendelijkheid van het personeel

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Een bedrijf dat meerdere proposities heeft voor verschillende doelgroepen maakt gebruik van:
A
gedifferentieerde marktbenadering
B
ongedifferentieerde marktbenadering
C
geconcentreerde marktbenadering
D
positionering

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

In een jaarverslag staat: Het marktaandeel van ons bedrijf moet de komende vijf jaar toenemen van 20% naar 27%.
Dit doel is SMART geformuleerd:
A
Ja, want het is specifiek, meetbaar en tijdsgebonden. Of het acceptabel en realistisch is, weet je niet
B
Nee, want het is wel meetbaar en tijdsgebonden, maar niet specifiek. Of het acceptabel en realistisch is weet je niet

Slide 22 - Quiz

Het is een verder liggend hoofddoel, want het geeft aan wat de onderneming voor marktaandeel wil behalen. Het zegt dus niets over de corebusiness van het bedrijf en is dus geen primair hoofddoel. 
Het is in ieder geval geen nevengeschikt doel, want het is geen sociaal doel noch een maatschappelijk doel.

Mercedes richt zich op mensen die een mooie auto met veel status willen rijden.
Kapper Afrohair is gespecialiseerd in herenschoenen
Van Bommel is gespecialiseerd in herenschoenen
IKEA richt zich op gezinnen die in de wijde omgeving rond de winkel wonen
Bij Marqt verkopen ze enkel duurzame producten
Geografische
 segmentatie
Demografische segmentatie
Sociaaleconomische segmentatie
Culturele segmentatie
Psychologische segmentatie

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

De branche
Onbeheersbaar
Het land
Onbeheersbaar
Jouw bedrijf
beheersbaar
Externe omgeving
Externe omgeving
Interne omgeving
Micro omgeving
Meso omgeving
Macro omgeving

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

Detailhandel
Groothandel
B2B 
B2C

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

Demografisch
Geografisch
Socio-economisch
Psychografisch
Gedragscriteria

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Welk hulpmiddel gebruik ik om welke omgeving in kaart te brengen?
Micro
Meso
Macro
Door Corona mag de horeca niet open
Het personeel krijgt 500,- bonus
Er komt een nieuwe prijsvechter op de markt

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

Welke woorden horen bij elkaar?
Interne analyse
Externe analyse
sterktes
zwaktes
kansen
bedreigingen
buiten organisatie
binnen organisatie
beheersbaar
niet beheersbaar

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

Stel je beschikt over een gemotiveerd team. Waar komt deze stelling in de SWOT?
A
Sterkte/Zwakte
B
Kansen/Bedreigingen

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Welke uitspraak over de SWOT-analyse is juist?
A
Een SWOT-analyse start met een externe analyse
B
Een voorbeeld van een sterkte is:'de concurrentie maakt geen gebruik van social media'.
C
Kansen en bedreigingen komen naar voren in de externe analyse.

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Eén van de fases van het marketingplanningsproces is het bekijken van groeimogelijkheden.

Welke fase is dit?
A
Situatieanalyse
B
Strategische keuzes
C
Strategische opties
D
SWOT-analyse

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Toets Hoofdstuk 2
Vrijdag 17 december toets hoofdstuk 2.
Je leert hiervoor alle stof uit het boek. 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Pauze

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Bij Marketing kijken we naar de wensen en behoeften van (potentiële klanten) Hoe komen we achter de wensen en behoeften van klanten?

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Marktonderzoek is belangrijk
Om de wensen en behoeften van je klanten te kennen

Omdat het bedrijf beslissingen voor de toekomst neemt op basis van informatie uit marktonderzoek. Met deze beslissingen is veel geld gemoeid.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Welke 2 onderzoeksgroepen onderscheiden we?

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Welke 2 onderzoeksgroepen onderscheiden we?
Consumenten en bedrijven

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Functies marktonderzoek
  • Het verzamelen van informatie. 
  • Het evalueren van marketingactiviteiten. 
  • Het uitvoeren van experimenten.  

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Informatie verzamelen
De verzamelde informatie heeft betrekking op:
  • de klanten
  • de markt
  • concurrenten
  • evalueren van marketingactiviteiten

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Fasen marktonderzoek
  • Stap 1: vaststellen van probleem (probleemstelling)
  • Stap 2: vaststellen van informatiebehoefte (bronnen vaststellen)
  • Stap 3: deskresearch
  • Stap 4: fieldresearch
  • Stap 5: gegevens verzamelen
  • Stap 6: gegevens verwerken (analyseren)
  • Stap 7: rapporteren

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

1. Probleemstelling/ Probleemanalyse
Bij marktonderzoek is de probleemstelling het onder woorden brengen van de moeilijkheid waarmee een organisatie zit

 

Formuleren probleemstelling(en) erg belangrijk anders zouden de verkeerde (niet relevante) gegevens verzameld kunnen worden


Belangrijk: Wat zijn de belangrijkste onderzoeksvragen?


Marktonderzoek -->  bruikbare informatie verkrijgen

Wie zijn de onderzoeksdoelgroepen?

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Vormen van marktonderzoek
Primaire gegevens: nieuwe informatie d.m.v. fieldresearch. Denk aan interviews, enquête etc.
Secundaire gegevens: bestaande informatie d.m.v. deskresearch. Denk aan informatie via CBS, KVK etc.

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Desk- en fieldresearch

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

kwantitatief onderzoek

  • hoeveelheden, grootte etc.
  • breedte onderzoek
  • gaat om de cijfers
  • enquete zeer geschikt
kwalitatief onderzoek

  • achtergronden, motivaties etc. van mensen
  • diepteonderzoek
  • cijfers minder belangrijk
  • interview zeer geschikt
hier zie je een voorbeeld van de verwerking van een kwantitatieve onderzoek.
Het gaat hier om de verwerking van de cijfers

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Welke fase van het onderzoeksproces komt na de probleemanalyse?
A
Analyseren en interpreteren van de gegevens
B
Verzamelen van de gegevens
C
Opstellen onderzoeksplan
D
Rapportage

Slide 46 - Quiz

This item has no instructions

Wat weet je over de uitkomsten van een kwantitatief onderzoek?

Slide 47 - Open question

This item has no instructions

Veldonderzoek
Bureauonderzoek
primaire gegevens
secundaire gegevens 
interview
literatuur

Slide 48 - Drag question

This item has no instructions

Eén van de fases in het marktonderzoekproces is het opstellen van een onderzoeksplan.

Wat is de volgende fase in het marktonderzoeksproces?
A
Analyse en interpretatie van gegevens
B
Probleemanalyse
C
Rapportage
D
Verzamelen van gegevens

Slide 49 - Quiz

This item has no instructions

Rapporteren en presenteren
Informatie analyseren
Gegevens verwerken
Fieldresearch
Deskresearch
Informatiebehoefte
Probleemstelling
1
2
3
4
5
6
7

Slide 50 - Drag question

This item has no instructions

Subjectief (meer gericht op woorden)
Objectief (meer op cijfers gericht)
a.d.h.v. bv. een enquête 
a.d.h.v. bv. een diepte interview of observatie 
Gericht op het hoe en waarom
Gericht op verwerken van data (statistiek) 
Er worden vaak theorieën getest 
Er wordt 'gemeten'
er worden vaak nieuwe theorieën ontwikkeld
Er wordt niet 'gemeten'
Kwalitatief 
Kwantitatief

Slide 51 - Drag question

This item has no instructions

Einde les

Slide 52 - Slide

This item has no instructions