Signaalwoorden

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
timer
10:00
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Lezen
Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 2 - Slide

Doel
Na deze les ken je de volgende nieuwe tekstverbanden:
1. doel-middelverband
2. vergelijkend verband
3. samenvattend verband

Slide 3 - Slide

Wat weet je nog?
Maak groepjes van 4.
Vul voor jezelf in een vak van de placemat in wat je weet over tekstverbanden en signaalwoorden.

Slide 4 - Slide

Wat weet je nog?
Vertel elkaar wat je opgeschreven hebt en vul de overeenkomende gegevens in in het vierkante vak.
Dit is wat jullie weten over tekstverbanden en signaalwoorden.

Slide 5 - Slide

Wat weet je nog.
1 leerling uit het groepje presenteert aan de klas

Slide 6 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden

Chronologisch verband (gebeurtenissen in de juiste volgorde)
Concluderend verband (conclusie uit eerdere informatie uit de tekst)
Oorzakelijk verband (toont waardoor iets gebeurt)
Opsommend verband (worden dingen achter elkaar genoemd)
Redengevend verband (geeft aan waarom iemand iets doet of vindt)
Tegenstellend verband (worden tegenovergestelde dingen benoemd)
Toelichtend verband (extra informatie bij een onderwerp, vaak vb)

Slide 7 - Slide

Een deel van Nederlands vindt dat de coronamaatregelen strenger worden, maar ik vind van niet.
A
Opsommend verband
B
Tegenstellend verband
C
Oorzakelijk verband
D
Toelichtend verband

Slide 8 - Quiz

Doordat ik zo hard geleerd had, heb ik nu een voldoende.
A
Oorzakelijk verband
B
Chronologisch verband
C
Redengevend verband
D
Toelichtend verband

Slide 9 - Quiz

Ik wil graag een voldoende halen en daarom begin ik nu al met leren.
A
Opsommend verband
B
Chronologisch verband
C
Redengevend verband
D
Toelichtend verband

Slide 10 - Quiz

Theorie

Slide 11 - Slide

Drie nieuwe tekstverbanden
  • Doel-middelverband: Geeft aan welk middel wordt gebruikt om een bepaald doel te bereiken.
  • Vergelijkend verband: Laat een verschil of overeenkomst zien.
  • Samenvattend verband: Een verkorte weergave van informatie uit de tekst wordt gegeven. 

Slide 12 - Slide

Ik heb bijles zodat ik een voldoende haal voor Frans.
A
Doel-middelverband
B
Vergelijkend verband
C
Samenvattend verband

Slide 13 - Quiz

Mijn broertje is net zo oud als jouw zusje.
A
Doel-middelverband
B
Vergelijkend verband
C
Samenvattend verband

Slide 14 - Quiz

Kortom, dit was de les over tekstverbanden en signaalwoorden.
A
Doel-middelverband
B
Vergelijkend verband
C
Samenvattend verband

Slide 15 - Quiz

Voor vrijdag
Hoofdstuk 3  tekstverbanden en signaalwoorden (2)

Slide 16 - Slide