Signaalwoorden

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
timer
10:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Voordat we gaan beginnen...
10 minuten lezen uit je leesboek
In stilte!
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Lezen
Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 2 - Slide

Doel
Je herkent de tekstverbanden aan de hand van signaalwoorden.

Slide 3 - Slide

Wat weet je nog?
Maak groepjes van 4.
Vul voor jezelf in een vak van de placemat in wat je weet over tekstverbanden en signaalwoorden.

Slide 4 - Slide

Wat weet je nog?
Vertel elkaar wat je opgeschreven hebt en vul de overeenkomende gegevens in in het vierkante vak.
Dit is wat jullie weten over tekstverbanden en signaalwoorden.

Slide 5 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden

Chronologisch verband (gebeurtenissen in de juiste volgorde)
Concluderend verband (conclusie uit eerdere informatie uit de tekst)
Oorzakelijk verband (toont waardoor iets gebeurt)
Opsommend verband (worden dingen achter elkaar genoemd)
Redengevend verband (geeft aan waarom iemand iets doet of vindt)
Tegenstellend verband (worden tegenovergestelde dingen benoemd)
Toelichtend verband (extra informatie bij een onderwerp, vaak vb)

Slide 6 - Slide

Sommige leerlingen vinden dat de schoolregels te streng zijn, maar ik vind van niet.
A
Opsommend verband
B
Tegenstellend verband
C
Oorzakelijk verband
D
Toelichtend verband

Slide 7 - Quiz

Doordat ik zo hard geleerd had, heb ik nu een voldoende.
A
Oorzakelijk verband
B
Chronologisch verband
C
Redengevend verband
D
Toelichtend verband

Slide 8 - Quiz

Ik wil graag een voldoende halen en daarom begin ik nu al met leren.
A
Opsommend verband
B
Chronologisch verband
C
Redengevend verband
D
Toelichtend verband

Slide 9 - Quiz

Ik heb bijles, zodat ik een voldoende haal voor Frans.
A
Doel-middelverband
B
Vergelijkend verband
C
Samenvattend verband

Slide 10 - Quiz

Mijn broertje is net zo oud als jouw zusje.
A
Doel-middelverband
B
Vergelijkend verband
C
Samenvattend verband

Slide 11 - Quiz

Kortom, dit was de les over tekstverbanden en signaalwoorden.
A
Doel-middelverband
B
Vergelijkend verband
C
Samenvattend verband

Slide 12 - Quiz

Jullie gaan nu voor jezelf de oefentoets maken.

Slide 13 - Slide