Concept 2: Landschapszones

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-6

Concep 2: Landschapszones

(2.1, 2.2 en 2.3)

Weekplenda

Week 1	Week 2	Week 3	Week 4	Week 5	Week 6	Week 7
Concept 1: Kaarten lezen, analyseren en interpreteren	Concept 2: Landschaps- zones	Concept 3: Klimaat	RTTI Leerdoelen check SO	Concept 4: Water	RTTI Leerdoelen check & SO	Herhaling

Programma periode 1

Inhoud periode 1

Leerdoelen 

Aan het einde van deze week...

• kan ik drie verschillende landschappen herkennen op foto's.
• kan ik de verschillende landschapszones aanwijzen op een kaart. 
• kan ik beschrijven en verklaren

Openingsfoto

Wat zie je?

Welke onderdelen hebben te maken met de natuur?

Welke onderdelen hebben te maken met de mensen?

Vind je het een aantrekkelijk gebied?

Is het: koud/warm, hoog/laag, nat/droog, rijk/arm?

Beschrijving van de openingsfoto

Je ziet op de foto een Pingo.

Dit is een ijslens onder de grond. Doordat de ijsmassa water aantrekt groeit de pingo.

Blablabalbla

Wat weet jij al over landschappen op aarde?

Landschap - een samenhang van bodem, planten en dieren, weer en water.

Het grote plaatje

Het tropisch regenwoud:

Waar?

Zuid Amerika, landen in Centraal Afrika en Indonesie (Zuid-Oost Azie)

Voorbeeld: Het amazonegebied

 - in de tropen: 23½⁰ N.B. en 23½⁰ Z.B.

 - altijd warm

 - veel regen 

 - grote biodiversiteit

Beschrijven Tropisch regenwoud

Werkboek, blz. 27, opdr. 2 

A Beschrijven: Wat is een tropisch regenwoud?

bos in warme en natte/vochtige gebieden

ligging: in de tropen

temperatuur: rond de 30 °C

neerslag: meer dan 2.000 mm per jaar

begroeiing: dicht en weelderig

boomgroei: in verschillende etages

biodiversiteit: hoog

B dicht bij / ver weg van de evenaar

op hoge / lage breedte  

Verklaren: Waarom liggen ze daar?

C. hoge temperatuur door loodrechte zonnestralen

die geven meer warmte, omdat ze een klein oppervlakte verwarmen en een kortere weg door de dampkring afleggen

veel neerslag, doordat de warme lucht rond de evenaar opstijgt, afkoelt en uitregent

Landschap in aride (droge) zone:

Waar?

30 graden noor en zuid van de evenaar: Sahara in Afrika, Grote Zandwoestijn in Australie, Arabisch Schiereiland.

Voorbeeld: de Outback in Australië

WERKBOEK, blz 32, opdr. 8

A. Beschrijven: Wat zijn droge gebieden?

Gebieden met minder dan 500 mm neerslag per jaar. Door de droogte kunnen er geen bomen groeien.

 er zijn twee soorten:

 1 steppes

 2 woestijnen 

 B Waar liggen droge gebieden?

 ten noorden en ten zuiden van de tropen: ongeveer tussen 20° en 40° N.B en Z.B.

Huiswerk: WB blz 27, opdr 1

WERKBOEK, blz 32, opdr. 8

C Verklaren: Waarom liggen ze daar?

 

 De opgestegen lucht bij de tropen daalt daar (bij 30N.B en Z.B), wordt warmer en kan meer waterdamp bevatten ==> geen neerslag.

Twee regels voor neerslag:

1 Lucht die opstijgt, koelt af.

2 Koude lucht kan minder waterdamp bevatten dan warme lucht.

gevolg = neerslag

steden

 1 Brisbane

 2 Sydney

 3 Melbourne

 4 Canberra

 5 Hobart

 6 Adelaide

 7 Perth

 8 Darwin

 9 Alice Springs

 10 Cairns

Huiswerk: WB blz 34, opdr 2

Landschapen op aarde

Landschap in Polaire zone:

Voorbeeld: de Noordpool

WERKBOEK, blz. 34, opdr. 3

A Beschrijven: Wat is een toendra?

boomloze vlakte in koude gebieden

plantengroei: grassen, mossen en lage struikjes

winters: lang en koud

bodem:  bevroren (permafrost)

B Beschrijven: Waar liggen toendra’s?

dicht bij / ver weg van de evenaar, op hoge / lage breedte

 

C Verklaren: Waarom liggen ze daar?

lage temperatuur door schuine zonnestralen

die geven minder warmte, omdat ze een groter oppervlakte verwarmen en een langere weg door de dampkring afleggen.

Blijven landschappen hetzelfde?

Video: 3 min 30 sec

Huiswerk

Lees 2.2 en 2.3 

Maak de opdrachten 

    - 2.2 - opdr 4 en 6 (blz 31)

    - 2.3 - opdr 1 en 6 (blz 34-35)

W

WAT GEEFT DE KAART WEER (LEGENDA)?

A

Algemene patroon?
WAAR VEEL? WAAR WEINIG? GEBRUIK SPREIDINGSWOORDEN

U

Uitzonderingen

WELKE GEBIEDEN VALLEN BUITEN HET ALGEMENE PATROON?

W

Windrichtingen. 

BESCHRIJF MET BEHULP VAN WINDRICHTINGEN (EN TOPONIEMEN)

Opdracht

• De klas wordt verdeeld in 6 groepjes 
• Elk groepje focust zich op 1 landschapszone 
• Gaat onderzoeken hoe dit landschap verandert 
• Hier maak je poster over
• Volgende les ga je deze poster presenteren   

Praktische opdracht

Begin praktische opdracht

Mini SO: Concept 2 

R	2p	Noem 3 van de 6 landschapszones op aarde.
T1	2p	Welke landschapszones horen bij de twee foto's? Foto 1 = .... Foto 2 = ....
T2	3p	Vergelijk de twee bronnen met elkaar. Geef met behulp van de bronnen een verklaring voor de bevolkingsspreiding van Australië
I	2p	Sommige landschappen veranderen door de mens, denk bijvoorbeeld aan het tropisch regenwoud in Brazilië. Bedenk een reden waarom de overheid van Brazilië niet wil stoppen met het kappen van het woud.

R: Polaire, boreale, gematigde, subtropische, tropische en aride 

T1: Tropische zone en aride zone

T2: Er wonen bijna geen mensen in de aride zone, omdat het daar te droog is. 

I: Economische redenen. 

     toets

https://quizlet.com/_bqh0w8?x=1jqt&i=1fo1jg

https://quizlet.com/604967824/test

Woordenboek

Landschapszone

Tropische zone
Aride zone

Polaire zone

Afsluitende foto

Wat zie je?

Waar komt dit voor?

Waarom komt dit hier voor?

Is dit gewenst?

Komt dit overal zo voor? 

Beschrijving van de openingsfoto

Je ziet op de foto een Pingo.

Dit is een ijslens onder de grond. Doordat de ijsmassa water aantrekt groeit de pingo.

Blablabalbla

Samenvatting 2.1

Samenvatting 2.2

Samenvatting 2.3

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?

😒🙁😐🙂😃