Cijferen - erbij tientallen en enkelen t/m 100 - les 2.1

Rekenen 
Cijferen les 2.1

Lesdoel:
Ik kan sommen optellen t/m 100 met een tienvoud.

1 / 16
next
Slide 1: Slide
Voortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Rekenen 
Cijferen les 2.1

Lesdoel:
Ik kan sommen optellen t/m 100 met een tienvoud.

Slide 1 - Slide

Voorkennis
Spel: Raad het getal

Slide 2 - Slide

Praktijk
Wanneer gebruik je erbij sommen t/m 100 in de praktijk?

Slide 3 - Slide

Instructie
Tientallen eindigen altijd op nul.

Volg het stappenplan:
1. Kijk hoeveel je al hebt.
2. Kijk hoeveel erbij komt.
3. Reken uit hoeveel dat samen is.

Hoe reken jij?


Slide 4 - Slide

Instructie
Tientallen eindigen altijd op nul.



Slide 5 - Slide

Instructie
Volg het stappenplan:

1. Kijk hoeveel je al hebt.
2. Kijk hoeveel erbij komt.
3. Reken uit hoeveel dat samen is.

Slide 6 - Slide

Instructie
1. Hoeveel heb je al?
2. Hoeveel komt erbij?
3. Hoeveel is dat samen?

40 + 23=
12 + 70 =
30 + 56=

Slide 7 - Slide

Instructie
Hoe reken jij?
34 + 60=
- verder tellen?
- in stappen tellen?
- getallen omdraaien?
- splitsen?

Slide 8 - Slide

Inoefenen


Welke som hoort erbij?


+

Slide 9 - Slide

Inoefenen
Welke som hoort erbij?




Slide 10 - Slide

Inoefenen
Welke som hoort erbij?



Slide 11 - Slide

Inoefenen
Welke som hoort erbij?


+

Slide 12 - Slide

Inoefenen
Welke som hoort erbij?

Slide 13 - Slide

Inoefenen


50 + 17 =
63 + 20 =
40 + 45 =
28 + 30 =
20 + 72 =
44 + 30 = 
50 + 46 =

Slide 14 - Slide

Evaluatie
Wat heb ik geleerd?
Ik kan sommen optellen t/m 100 met een tienvoud.


Bedenk nu zelf een verhaal bij een erbij som met tienvoud.

Slide 15 - Slide

Zelfstandig werken
Werkboek blz. 
14 en 15

Slide 16 - Slide