Taal thema 5 week 2 les 10

Voltooide / onvoltooide tijd
1 / 11
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Voltooide / onvoltooide tijd

Slide 1 - Slide

Een zin die in de voltooide tijd staat kun je herkennen door hulpwerkwoorden. Welke twee hulpwerkwoorden zijn dit?

Slide 2 - Open question

In welke tijd staat de zin?
Hij heeft verder landinwaarts een huis gevonden.
A
voltooide tijd
B
onvoltooide tijd

Slide 3 - Quiz

In welke tijd staat de zin?
De laatste ontwikkelingen gaven de doorslag.
A
voltooide tijd
B
onvoltooide tijd

Slide 4 - Quiz

In welke tijd staat de zin?
Zijn aanvraag tot schadevergoeding is afgewezen.
A
voltooide tijd
B
onvoltooide tijd

Slide 5 - Quiz

Verwijswoorden dat, die of wat

Slide 6 - Slide

Waar of niet waar?
dat verwijst naar een de woord
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Vul het juiste verwijswoord in.
Hij is geoloog, ....... hij altijd al wilde worden.
A
wat
B
dat
C
die

Slide 8 - Quiz

Vul het juiste verwijswoord in.
Het onderzoek ........... hij nu doet, gaat over aarbevingen
A
wat
B
dat
C
die

Slide 9 - Quiz

Vul het juiste verwijswoord in.
De stenen ........... hij meeneemt, gebruikt hij voor het onderzoek

A
wat
B
dat
C
die

Slide 10 - Quiz

Dit ga ik doen:
Les 10 maken
eigen taken maken
Woorden week 2 oefenen taal

Slide 11 - Slide