§7.5 kracht en beweging

§7.5 kracht en beweging
1 / 29
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§7.5 kracht en beweging

Slide 1 - Slide

Lesplanning
* Leerdoelen §7.5 
* Uitleg somkracht
* Vragen maken
* Uitleg weerstanden
* Afsluiting

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je leert hoe je krachten bij elkaar optelt en hoe krachten elkaar kunnen tegenwerken.  
Je kunt aan het einde van de les; 
* De somkracht van twee krachten berekenen
* uitleggen dat bij bewegende voorwerpen de somkracht zorgt voor een verandering van de snelheid
* uitleggen dat de somkracht nul is als er geen verandering van snelheid is
* uitleggen wat rolweerstand en luchtweerstand is en de invloed hiervan

Slide 3 - Slide

Opdracht
Zoek op in je boek hoe de vectoren eruit zien bij verschillende bewegingen van een voorwerp
Wat valt je op?

Slide 4 - Slide

Vector (herhaling §7.2)
Een vector heeft grootte, 
richting en een aangrijpingspunt.


We tekenen een vektor met een pijl:
  • De lengte van de pijl geeft de grootte van de kracht aan.
  • De richting van de pijl geeft de richting van de kracht aan.
  • De beginpunt van de pijl is de aangrijpingspunt.

    Slide 5 - Slide

    Krachten in dezelfde beweegrichting...
    worden bij elkaar geteld.

    Slide 6 - Slide

    Krachten in tegenovergestelde richtingen.
    worden van elkaar afgetrokken.
    Krachten
    Resultante kracht

    Slide 7 - Slide

    Somkracht
    Een kracht is een vectorgrootheid.
    Bij kracht is de richting belangrijk.
    Het resultaat van deze krachten heet somkracht of resulterende kracht
    .

    Slide 8 - Slide

    Somkracht
    De Somkracht is de kracht van verschillende krachten samen.
    De Somkracht kun je vinden door de kracht naar achteren af te trekken van de kracht naar voren.




    =
    _
    spierkracht 100N
    weerstandskracht 100N
    somkracht 0N

    Slide 9 - Slide

    Versnellen
    Bij versnellen is de kracht naar voren groter dan de kracht naar achteren


    spierkracht = 200N
    weerstandskracht =150N
    200 - 150 = 50N
    Somkracht is 50N


    Slide 10 - Slide

    vertragen
    Bij vertragen is de kracht naar achteren groter dan de kracht naar voren.



    spierkracht = 170N
    weerstandskracht =200N
    170- 200 = -30N
    Somkracht is - 50N

    Slide 11 - Slide

    constante snelheid
    Bij een constante snelheid is de kracht naar achteren even groot als de kracht naar voren.



    spierkracht = 150N
    weerstandskracht =150N
    150- 150 = 0N
    Somkracht is  0N

    Slide 12 - Slide

    Jan is aan het fietsen en produceert een spierkracht van 360 N.
    De luchtweerstand is 330 N
    Wat gebeurt er met zijn snelheid?
    A
    Die is constant
    B
    Er is vertragen
    C
    Er is versnelling
    D
    Hij remt

    Slide 13 - Quiz

    1 hokje ≙ 100 N. Hoe groot is de somkracht?
    l
    A
    100 N
    B
    200 N
    C
    300 N
    D
    -100 N

    Slide 14 - Quiz

    tegenwerkende krachten
    Beweging wordt tegengewerkt door wrijvingskrachten.

    Slide 15 - Slide

    Rolweerstand
    De wrijving op draaiende wielen heet rolweerstand

    Met wielen kan je de piano makkelijker verplaatsen.

    Slide 16 - Slide

    Rolweerstand
    De rolweerstand is afhankelijk
    van de ondergrond. 
    Op een zand weg zakken de banden diep in het zand. 

    Het contactoppervlak tussen de banden en de ondergrond is dan groot. De rolweerstand dan ook.

    Slide 17 - Slide

    rolweerstand
    Tekst
    Zachte banden maken
    veel contact met de
    ondergrond. 
    De rolweerstand is dan ook groot.
     

    Slide 18 - Slide

    rolweerstand
    De rolweerstand is kleiner bij:
    • hardere banden en harder wegdek
    • gladdere banden en een gladder wegdek
    • Een kleinere contactoppervlakte tussen de   banden en de weg

    Slide 19 - Slide

    luchtweerstand
    De lucht oefent een wrijvingskracht uit. Dit noemen we de luchtweerstand.

    Slide 20 - Slide

    luchtweerstand
    Bij een hoge snelheid is de luchtweerstand groot


    Slide 21 - Slide

    luchtweerstand
    De grootte van de luchtweerstand hangt ook af van de vorm. 

    Hoe groter het frontale oppervlak 
    hoe groter de luchtweerstand.

    Slide 22 - Slide

    luchtweerstand
    Met een goede stroomlijn is de luchtweerstand Klein.

    Slide 23 - Slide

    luchtweerstand
    De luchtweerstand is kleiner bij:
    • Een betere stroomlijn
    • een lagere snelheid
    • een kleiner frontaal oppervlak

    Slide 24 - Slide

    Als je de snelheid tijdens het fietsen verhoogd wordt de luchtweerstand?
    timer
    0:20
    A
    kleiner
    B
    groter
    C
    blijft gelijk

    Slide 25 - Quiz

    Welke weerstandskracht is het grootst bij parachutespringen?
    timer
    0:30
    A
    luchtweerstand
    B
    rolweerstand
    C
    dalingsweerstand
    D
    snelheidsweerstand

    Slide 26 - Quiz

    Waarom hebben schaatsers van die strakke pakken aan?
    A
    Staat mooi
    B
    Kleiner frontaal oppervlak
    C
    De luchtweerstand is minimaal
    D
    De rolweerstand is hierdoor klein

    Slide 27 - Quiz

    Eindopdracht
    * Wat is de somkracht? (L1)
    * Is hij aan het versnellen/vertragen of constante snelheid (L2/L3)
    * Wat zou in deze situatie de 5N en de 7N voor kunnen staan? (L4) 

    -> Noteren op een blaadje en inleveren!

    Slide 28 - Slide

    Welk leerdoel vond jij meest uitdagend?
    L1
    L2
    L3
    L4

    Slide 29 - Poll