7.5 kracht en bewegen

7.5 kracht en beweging
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

7.5 kracht en beweging

Slide 1 - Slide

leerdoelen
Je kunt aan het einde van de les:
- Fres berekenen.
- Uitleggen dat bij Fres=0, snelheid constant of 0 is.
- Uitleggen wat rol- en luchtweerstand is en wat invloed heeft op rol- en luchtweerstand.



Slide 2 - Slide

tegenwerkende krachten
Beweging wordt tegengewerkt door wrijvingskrachten.

Slide 3 - Slide

Rolweerstand
De wrijving op draaiende wielen heet rolweerstand

Met wielen kan je de piano makkelijker verplaatsen.

Slide 4 - Slide

Rolweerstand
De rolweerstand is ook afhankelijk
van de ondergrond. Op een zand weg zakken de banden diep in Het zand. Het contactoppervlak Tussen de banden en de ondergrond is dan groot. De rolweerstand dan ook.

Slide 5 - Slide

rolweerstand
Tekst
Zachte banden maken
veel contact met de
ondergrond. De rol-
weerstand is dan ook groot.

Slide 6 - Slide

rolweerstand
De rolweerstand is kleiner bij:
  • hardere banden en harder wegdek
  • gladdere banden en een gladder wegdek
  • Een kleinere contactoppervlakte tussen de   banden en de weg

Slide 7 - Slide

luchtweerstand
Als je fietst of loopt, wordt je tegengewerkt door de lucht. De lucht oefent een wrijvingskracht uit. Dit noemen we de lucht-weerstand.

Slide 8 - Slide

luchtweerstand
Luchtweerstand is ongewenst.
Bij een grote luchtweerstand moet je meer kracht zetten. Je verbruikt meer energie.

Slide 9 - Slide

luchtweerstand
Bij een hoge snelheid is de luchtweerstand groot


Slide 10 - Slide

luchtweerstand
De grootte van de luchtweerstand hangt ook
 af van de vorm. Hoe groter het frontale oppervlak 
hoe groter de luchtweerstand.

Slide 11 - Slide

luchtweerstand
Met een goede stroomlijn is de luchtweerstand Klein.

Slide 12 - Slide

luchtweerstand
De luchtweerstand is kleiner bij:
  • Een betere stroomlijn
  • een lagere snelheid
  • een kleiner frontaal oppervlak

Slide 13 - Slide

Somkracht
Bij kracht is de richting belangrijk.
Het resultaat van deze krachten heet somkracht of resulterende kracht
 .

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Krachten in dezelfde beweegrichting...
worden bij elkaar geteld.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Krachten in tegenovergestelde richtingen.
worden van elkaar afgetrokken.
Krachten
Resultante kracht

Slide 18 - Slide

Somkracht
De Somkracht is de kracht van verschillende krachten samen.
De Somkracht kun je vinden door de kracht naar achteren af te trekken van de kracht naar voren.




=
_
spierkracht 100N
weerstandskracht 100N
somkracht 0N

Slide 19 - Slide

Versnellen
Bij versnellen is de kracht naar voren groter dan de kracht naar achteren


spierkracht = 200N
weerstandskracht =150N
200 - 150 = 50N
Somkracht is 50N


Slide 20 - Slide

vertragen
Bij vertragen is de kracht naar achteren groter dan de kracht naar voren.



spierkracht = 170N
weerstandskracht =200N
170- 200 = -30N
Somkracht is - 50N

Slide 21 - Slide

constante snelheid
Bij een constante snelheid is de kracht naar achteren even groot als de kracht naar voren.



spierkracht = 150N
weerstandskracht =150N
150- 150 = 0N
Somkracht is  0N

Slide 22 - Slide

Krachten in dezelfde richting....
A
Trek je van elkaar af
B
Tel je bij elkaar op
C
vermenigvuldig je met elkaar
D
deel je door elkaar

Slide 23 - Quiz

1 hokje ≙ 100 N. Hoe groot is de somkracht?
A
100 N
B
200 N
C
300 N
D
500 N

Slide 24 - Quiz

Jan is aan het fietsen en produceert een spierkracht van 360 N.
De luchtweerstand is 330 N
Wat gebeurt er met zijn snelheid?
A
Die is constant
B
Die wordt kleiner
C
Die wordt groter
D
Die wordt eerst groter en dan kleiner

Slide 25 - Quiz

1 groot hokje ≙ 100 N. Hoe groot is de somkracht?
l
A
100 N
B
200 N
C
300 N
D
-100 N

Slide 26 - Quiz

1 groot hokje ≙ 100 N. Hoe groot is de somkracht?
l
A
100 N
B
-400 N
C
-300 N
D
300 N

Slide 27 - Quiz

Deze pijl geeft een kracht weer van
A
1 N
B
8 N
C
13 N
D
104 N

Slide 28 - Quiz

Hoe lang moet de gele pijl zijn bij constante snelheid?
A
20 cm
B
5 cm
C
30 cm
D
10 cm

Slide 29 - Quiz


Hoe groot is de somkracht van de mannetjes?

Slide 30 - Open question

huiswerk
Maken opdrachten: 59 t/m 65.

Slide 31 - Slide