H2 - U3- Grammaire II: les adjectifs

Le sept décembre 2020
Ik weet hoe je het bijvoeglijk naamwoord gebruikt in het Frans
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Le sept décembre 2020
Ik weet hoe je het bijvoeglijk naamwoord gebruikt in het Frans

Slide 1 - Slide

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord (een persoon, een dier of een ding)

Slide 2 - Slide

De vorm van het bijvoeglijk naamwoord in het Frans
vrouwelijk zelfstandig naamwoord -> +eJ'ai une petite soeur

zelfstandig naamwoord in het meervoud -> +s: J'ai deux petits frères

vrouwelijk zelfstandig naamwoord in het meervoud -> +es: J'ai deux petites soeurs

Slide 3 - Slide

mannelijk meervoud
Mannelijk enkelvoud
vrouwelijk meervoud
vrouwelijk enkelvoud
+ s
+ E
+ es

Slide 4 - Drag question

Bijzondere vrouwelijke vormen
-> geen -e als laatste letter een -e is: jaune (geel), orange (oranje), rouge (rood)

->  -x wordt -se : heureux (gelukkig) -> heureuse

-> -f wordt -ve: sportif (sportief) -> sportive


Slide 5 - Slide

Bijzondere vormen meervoud
-> geen -s als laatste letter een -s: français, anglais, neerlandais --> er komt geen extra -s bij!

-> bijvoeglijk naamwoorden op -eau krijgen een -x erbij: nouveau -> nouveaux

-> bijvoeglijke naamwoorden op -al worden -aux in het mannelijk meervoud: national -> nationaux

Slide 6 - Slide

Vul de correcte vorm in:
des hommes ... (anglais)

Slide 7 - Open question

Vul de correcte vorm in:
un jean ... (rouge)

Slide 8 - Open question

Vul de correcte vorm:
des femmes ... (sportif)

Slide 9 - Open question

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord in het Frans

De meeste bijvoeglijke naamwoorden staan achter het zelfstandig naamwoord
bv. un T-shirt orange
une fille néerlandaise

Slide 10 - Slide

Uitzonderingen
Enkele bijvoeglijke naamwoorden staan voor het zelfstandig naamwoord.
joli/jolie (mooi) - grand/grande (groot) - petit/petite (klein) - bon/bonne (goed) - beau/belle (mooi) - nouveau/nouvelle (nieuw) - vieux/vieille (oud) - long/longue (lang) - gros/grosses (dik) - jeune/jeune (jong) - haut/haute (hoog) - mauvais/mauvaise (slecht

Slide 11 - Slide

Combineer de mannelijke met de vrouwelijke vorm (kijk op p. 116)
belle
folle
grande
bonne
blanche
vieille
nouvelle
grosse
longue
fou
nouveau
bon
beau
grand
blanc
vieux
long
gros

Slide 12 - Drag question

Wat is de juiste vrouwelijk meervoud vorm van:
bon
A
bonnes
B
bones
C
bons
D
bah

Slide 13 - Quiz

Elle est une ... fille. (mooi)

Slide 14 - Open question

Wat is het vrouwelijk van vert?

Slide 15 - Open question

Wat is de mannelijke vorm van vieille?

Slide 16 - Open question

Wat is het vrouwelijk van grand?

Slide 17 - Open question

Wat is het vrouwelijk van blanc?

Slide 18 - Open question

La fille de Julien est …………. (groot)
A
grand
B
grands
C
grande
D
grandes

Slide 19 - Quiz

Hoe vertaal je:
creatieve meisjes
A
créatifs filles
B
filles créatifs
C
créatives filles
D
filles créatives

Slide 20 - Quiz

Hoe vertaal je:
een goed idee
A
une bon idée
B
une bonne idée
C
une idée bon
D
une idée bonne

Slide 21 - Quiz

Hoe vertaal je:
een jaloerse zus
A
une jaloux soeur
B
une jalouse soeur
C
une soeur jaloux
D
une soeur jalouse

Slide 22 - Quiz

hoe vertaal je internationale wedstrijden?
A
des internationals match
B
des internationaux match
C
des match internationals
D
des match internationaux

Slide 23 - Quiz

vieil (oud) - bel (mooi)- nouvel (nieuw)
Deze bijvoeglijke naamwoorden staan voor het zelfstandig naamwoord! 
Als het zelfstandig naamwoord dat volgt met een klinker of een stomme h begint krijg je niet vieux, beau en nouveau maar vieil, bel en nouvel

Slide 24 - Slide

Welke vorm moet je gebruiken?
un ... homme (vieux)
A
vieux
B
vieil
C
vieille

Slide 25 - Quiz

hoe vertaal je:
een mooi appartement
A
un appartement beau
B
un beau appartement
C
un appartement bel
D
un bel appartement

Slide 26 - Quiz

Bien travaillé
Kijk nu naar de powerpoint in Teams wat je moet doen!

Slide 27 - Slide