De Tijd van Monniken en Ridders

De tijd van monniken en ridders
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De tijd van monniken en ridders

Slide 1 - Slide

Blauwe boek
Hoofstuk 3
3.1; Leenheren en leenmannen
3.2; Europa wordt christelijk
3.3; Machtige heren, halfvrije boeren
3.4; Opkomst van de islam


Slide 2 - Slide

Oranje boek
Hoofdstuk 4
4.1; Leenheren en leenmannen
4.2; Europa wordt christelijk
4.3; Machtige heren, halfvrije boeren
4.4; Opkomst van de islam

Slide 3 - Slide

3.1/4.1: Leenheren en leenmannen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

De leenman
De leenheer:
Karel de Grote
Het leen (de grond) dat de leenman 'in leen' krijgt.
De vier plichten van een leenman:
  • Hij moest trouw zweren aan de koning; 
  • Hij moest zijn gebied besturen en er recht-spreken;
  • Hij moest jaarlijks belasting aan de koning betalen; 
  • Als er oorlog was in het Rijk, moest hij met zijn eigen soldaten meevechten in het leger van de koning.
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer, Karel de Grote.

Slide 7 - Slide

Politieke verdeeldheid
De koning gaat dood; Nieuwe koning, wat nu?

  • Leenmannen gingen hun gebied steeds meer als eigen gebied zien; Zelfstandig
  • Gebieden gingen door naar hun zonen: Erfelijk

Slide 8 - Slide

Vikingen
In de 9e en 10e eeuw was het erg onveilig in Europa. 
  • Politieke verdeeldheid
  • Vikingen

Slide 9 - Slide

3.2/4.2; Europa wordt christelijk

Slide 10 - Slide

Verspreiding van het christendom
Paus in Rome; "iedereen in Europa moet christelijk zijn"
  • Verspreidden van het christendom; Missionarissen

  • Mensen die niet in Christus geloofden; Germanen en Friezen
  • Erg gevaarlijk: Friezen wilden niet zomaar hun goden afstaan. 

Slide 11 - Slide

Willibrord en de Friezen
Bisschop van Utrecht;
  • Friezen geloofden in meerdere goden
  • Zij wilden hun goden niet zomaar afstaan
  • Missionarissen werden vermoord
  • Nieuwe kerken werden weer in brand gestoken
  • Heilige boom omhakken

Slide 12 - Slide

Opdracht 2, 3 en 4
Huiswerk voor morgen

Slide 13 - Slide

Christelijk Europa
Samen lezen
  • Als een Germaanse koning christelijk werd, werden de onderdanen het ook.
  • Wat gebeurt er als je iets slechts doet? 
  • Zonde; niet naar de hemel

Slide 14 - Slide

Wat zijn geestelijken?
  • Mensen die voor de kerk werken:
  1. Hoge geestelijken; bisschop; Baas van alle kerken in een gebied
  2. Lage geestelijken; pastoor; baas van de kerk in een stad of dorp
  3. Monniken; Leven in een klooster

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

3.3/4.3: Machtige heren/halfvrije boeren

Slide 17 - Slide

Halfvrije boeren
Na de Romeinse tijd, was het erg gevaarlijk in Europa
  • Boeren gingen in de buurt van machtige heren wonen; dat is veilig
  • In ruil voor de bescherming; boeren raakten een stuk van hun vrijheid kwijt
  • Zij gingen wonen op een domein
  • Horigen

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Het hofstelsel
Horigen werkten op het land van de heer
  • Een groot deel van de oogst ging daar de heer en zijn familie
  • De rest mochten de horigen zelf houden

  • Ook moesten horigen klusjes doen voor de heer; boom kappen, weg repareren.
  • Dat noem je: Herendiensten

Slide 21 - Slide

Drie sociale groepen
Dat noemen we standen;
  • 1e stand: Geestelijken
  • Ik bid voor u
  • 2e stand: Adel
  • Ik vecht voor u
  • 3e stand; Boeren en burgers
  • Ik werk voor u

Slide 22 - Slide

0

Slide 23 - Video

Voorrechten
Geestelijkheid en Adel hadden voorrechten (privileges) 
  • Ze hoefden geen belasting te betalen
  • Wat is belasting?
  • De adel mocht alleen ridder worden 

Slide 24 - Slide

3.4/4.4: Opkomst van de Islam

Slide 25 - Slide

Ontstaan van de islam

  • Mohammed kreeg de opdracht om de woorden van Allah door te geven; Profeet (boodschapper)
  • Nieuwe godsdienst; Islam
  • Het heilige boek; Koran
  • Belangrijkste stad; Mekka

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide


  • Bewoners van Mekka geloofden in meerdere goden;
  • Mohammed vluchtte in 622 naar Medina; begin van de islamitische jaartelling
  • Vanaf hier verspreidde de islam zich over het Midden-Oosten

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide