les 2 Creatief schrijven & spelling: kenmerken van sprookjes

Creatief schrijven & Spelling
les 2
Nederlands Periode 1 VWO 1 24-25
timer
10:00
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Creatief schrijven & Spelling
les 2
Nederlands Periode 1 VWO 1 24-25
timer
10:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vorige les
We hebben het gehad over:
Tijd en plaats
Magie en fantasie
Vlakke personages

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken van een sprookje

  • Onbepaalde plaats en onbepaalde tijd
  • Magie en fantasie
  • Personages zijn vlak = Uiterlijk verwijst naar innerlijk
  • Happy end
  • Veel herhalingen, vaste formuleringen en getallensymboliek
  • Vb de 3 biggetjes, de 7 dwergen, Spiegeltje spiegeltje aan de wand,...

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

Het gaat niet alleen om het getal zelf, maar ook om de betekenis die eraan wordt gehecht.
3 - geluk, voltooiing van een reis, De held van het verhaal moet drie obstakels overwinnen voordat hij zijn doel kan bereiken.
7 - perfectie, harmonie, evenwicht
12 - compleet zijn / voltooiing van een cyclus (aangezien 12 maanden - 12 uur)
3:  volledigheid en perfectie. Ze kunnen ook wijzen op magische krachten of transformatie.

7: krachtig, geluk, magie en voltooiing.



12: volmaaktheid, heelheid en voltooiing van een cyclus of een belangrijke transformatie aan te duiden.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Opbouw

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Begin tot het midden
  • Er was eens...
  • Plots...
  • ...gebeurt er iets! <error> <verstoring>
  • De held heeft een probleem...
  • ... en dat moet opgelost worden!

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Midden
  • De held vindt 'de verstoring' niet heel vreemd
  •  hij gaat het oplossen
  • de actie komt op gang
  • Maar...
  • ... er zijn kwade wezens die tegenwerken
  • en gelukkig ook (dieren)helpers en goede mensen 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Het einde
  • Het verhaal komt tot een goed (of slecht) einde
  •  De personages zijn weer gelukkig (of toch ongelukkig)
  • Er is een nieuwe stabiele toestand
  • Meestal eindigt het met rijkdom / huwelijk


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

opbouw

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

De held
Slaagt wel of niet in de missie door:
- moed, 
- wijsheid, 
- eerlijkheid, 
- goedheid,
- of geluk.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Moraal
  • Wijze les
  • Heel vaak: Goed wint het van kwaad

  • bijv. Roodkapje: Je moet goed luisteren naar je ouders
en niet met vreemde mensen meegaan, of...
  • Dat je moet openstaan voor avontuur in het leven

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
1. Schrijf als eerste schrijver je naam bovenaan het blad.
Begin met Er was eens...
Schrijf 5 minuten aan een zelfbedacht sprookje.
Maak een prop, gooi en pak een andere prop 
2. Lees het eerste stukje en schrijf 5 min. verder aan het verhaal van een klasgenoot.
Maak een prop, gooi en pak een andere prop 
3. Lees eerst de stukjes die je klasgenoten hebben geschreven en schrijf 5 minuten verder aan het verhaal.

Geef het blad terug aan de eerste schrijver zie naam bovenaan.
timer
5:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Welke (fantasie)figuren kom je vaak tegen in een sprookje?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Opdracht brainstorm
Denk in tweetallen na over:
- Welke fantasiefiguren
- Welke boodschap (moraal)
-Wie is je hoofdpersoon
- Wie zijn de tegenstanders

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Tot slot:
Wat heb je geleerd in deze les?

Slide 19 - Mind map

This item has no instructions