1) Ik weet hoe ik een geschiedenisexamen moet voorbereiden en wat ik kan
verwachten.
2) Ik kan open vragen volgens de HOUD-structuur beantwoorden.
3) Ik kan uitleggen hoe ik een chronologievraag kan aanpakken.
4) Herhalen examenstof.
Slide 3 - Slide
Schoolexamen
Kennen en kunnen:
Leerdoelen H1-H6 + HC Lage Landen
Inclusief tijdvakkenschema.
Kenmerkende aspecten TV1-6 uit je hoofd kennen en
kunnen koppelen aan bronnen.
Begrippen en jaartallen H1-H6 + HC Lage Landen
(afsluiting).
Materiaal
Boek en schrift (aantekeningen)
Slide 4 - Slide
Schoolexamen
Vragen beantwoorden 1/2
Lees de vraag goed door en onderstreep de instructiewoorden. (Uit onderzoek blijkt dat je beter scoort als je instructiewoorden onderstreept!) Instructiewoorden zijn: beschrijf, noem, verklaar, leg uit, geef het verband aan tussen, toon aan, enzovoort. Schrijf altijd een toelichting op je antwoord bij open vragen en leg je antwoord duidelijk uit!
Markeer puntwoorden. Puntwoorden zijn: personen, begrippen (trias politica), gebeurtenissen (Val van de Berlijnse Muur) en verschijnselen (industrialisatie).
Neem de structuur van een vraag over in het antwoord. Maak duidelijk onderscheid tussen verschillende deelvragen. Zo voorkom je onvolledige antwoorden.
Slide 5 - Slide
Schoolexamen
Vragen beantwoorden 2/2
Geef niet meer antwoorden dan er gevraagd worden. Alleen de eerste antwoorden tellen.
Begin je antwoord door de vraag (gedeeltelijk) te herhalen en maak gebruik van de puntwoorden in je antwoord door ze uit te leggen/ te beschrijven.
Wees duidelijk en concreet. Dus niet hij maar Willem van Oranje en niet dingen werden uitgevonden, maar het kompas werd uitgevonden. Vermijd 'ze'!
Tip! Beantwoord een bronvraag als volgt:
In de bron lees ik dat (citeren uit bron)/ zie ik (beeldelement noemen) en dat betekent dat ...
Verwijs dus duidelijk naar de bron en vergeet niet het verband tussen je antwoord en de
bron toe te lichten!
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
HOUD-structuur
sakjdh
Slide 8 - Slide
HOUD-structuur
s
Slide 9 - Slide
HOUD-structuur
- Met het verlenen van privileges bevorderde Margaretha de internationale handelspositie
van Brugge, omdat kooplieden uit andere landen gestimuleerd werden om zich in Brugge te vestigen. Daarom was er sprake van een economische verandering.
Slide 10 - Slide
Chronologie
Zoek naar begrippen, personen, gebeurtenissen, verschijnselen of
ontwikkelingen die je kunt koppelen aan een kenmerkend aspect.
Markeer één of twee per gebeurtenis.
Schrijf een inschatting van de eeuw of het jaar erachter.
Slide 11 - Slide
Chronologie
Slide 12 - Slide
Chronologie
Slide 13 - Slide
Leerdoelen
1) Ik weet hoe ik een geschiedenisexamen moet voorbereiden en wat ik kan
verwachten.
2) Ik kan open vragen volgens de HOUD-structuur beantwoorden.
3) Ik kan uitleggen hoe ik een chronologievraag kan aanpakken.