Ieder krijgt een stift en een papier.
Je naam schrijf je in de hoek van het papier.
Je zit tegenover een klasgenoot.
Je krijgt een vraag en aan de hand van de vraag voer je een kort gesprek met elkaar.
Het gesprek moet met een woord of een korte slogan worden samengevat op de kaart van de ander..
-Wat viel je op aan de ander?
- Wat typeert diegene?