Opkomst van het groene goud - woordenschat

Opkomst van het groene goud
WOORDENSCHAT
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Opkomst van het groene goud
WOORDENSCHAT

Slide 1 - Slide

In Nederland zien we een behoorlijke stijging van de avocadoconsumptie: werden er in 2008 nog gemiddeld drie avocado’s per jaar verorberd, nu is dat aantal verviervoudigd.

Wat betekent verorberen?
A
aanschaffen
B
geven
C
opeten
D
weggooien

Slide 2 - Quiz

De avocado staat in de Schijf van Vijf bij de groenten en wordt, indien met mate geconsumeerd, als gezond bestempeld. Dus alleen als je er niet te veel van eet, is de avocado gezond.

Wat betekent indien?
A
met uitzondering van
B
met gedachte de dat
C
op voorwaarde dat
D
rekening houdend met

Slide 3 - Quiz

Avocado’s worden geïmporteerd. Zou je kijken naar de geldbedragen die ermee gemoeid zijn dan komt de avocado op plaats 1. Het importeren van avocado’s kost veel geld.

Wat betekent gemoeid zijn met?
A
nodig zijn voor
B
verhinderen dat
C
mengen met
D
bezig zijn

Slide 4 - Quiz

Het gezonde imago van de avocado is te danken aan te danken aan de vele voedingsstoffen die de avocado allemaal in zich bergt. Daarom vindt men de avocado gezond.

Wat betekent het imago?
A
de verwachting die mensen hebben
B
de gedachte die mensen hebben
C
het vertrouwen dat mensen hebben
D
het beeld dat mensen hebben

Slide 5 - Quiz

De Azteken noemden de vrucht van de avocadoboom ahuacatl. Het woord ahuacatl werd door de Spanjaarden verbasterd tot aguacate. De benaming voor de vrucht werd dus anders.

Wat betekent verbasteren?
A
de oorspronkelijke vorm verliezen
B
de mogelijke vorm verzinnen
C
de belangrijkste vorm kiezen
D
de orginele vorm vasthouden

Slide 6 - Quiz

Het woord ahuacatl evolueerde verder tot avigato naar tot uiteindelijk avocado. We duidden de vrucht dus niet gelijk al aan met het woord avocado; deze benaming ontstond geleidelijk.

Wat betekent evolueren?
A
zich snel aanpassen
B
zich volledig herstellen
C
zich langzaam ontwikkelen
D
zich meestal verplaatsen

Slide 7 - Quiz

In Nederland kennen we het drankje advocaat en hoewel dat geen avocado bevat, is de naam wel terug te voeren op die vrucht. De naam advocaat komt namelijk wel van het woord avocado.

Wat betekent terugvoeren op?
A
zijn oorsprong vinden in
B
zich vasthouden aan
C
zich vergrijpen aan
D
zijn passie vinden in

Slide 8 - Quiz

Op plekken met veel regenval is irrigatie niet per se nodig, in tegenstelling tot droge regio’s. Omdat in droge regio’s weinig regenval is, krijgen de bomen daar op een andere manier water.

Wat betekent de irrigatie?
A
de belangrijke blootstelling aan zonlicht
B
de natuurlijke vermenging van water met aarde
C
de handige verspreiding van voedingsstoffen
D
de kunstmatige toevoer van water aan planten

Slide 9 - Quiz

De grote avocadoconsumptie leidt tot meer onbedoelde gevolgen. De voortschrijdende ontbossing is bijvoorbeeld een probleem. Voor de groeiende avocadoteelt moet namelijk steeds meer bosgrond wijken.

Wat betekent voortschrijdend?
A
noodzakelijk
B
verdergaand
C
gemiddeld
D
definitief

Slide 10 - Quiz

Avocado’s uit Spanje, Kenia, Peru en Chili schijnen qua duurzaamheid beter te scoren dan die uit andere landen. Daar worden avocado’s op een manier geteeld die beter is voor het milieu.

Wat betekent qua?
A
wat betreft
B
alles meegenomen
C
behalve
D
als je niet kijkt naar

Slide 11 - Quiz

Wat ben je als je het imago van een ster hebt?
A
een beroemde zangeres
B
een toekomstvoorspeller
C
een astroloog
D
een bekende voetballer

Slide 12 - Quiz

Hoe kun je de zin het beste afmaken?

Deze opdracht is heel complex. We moeten alles goed kunnen controleren, zodat het geld goed terechtkomt. Er zijn nu eenmaal …
A
kosten verbasterd met deze opdracht.
B
kosten gemoeid met een dergelijke opdracht.
C
kosten geëvolueerd met deze opdracht.
D
kosten verorberd met een dergelijke opdracht.

Slide 13 - Quiz

In welke zinnen is qua goed gebruikt?
A
Dit is niet het enige qua het belangrijkste verschil.
B
Dit laboratorium voldoet qua inrichting aan de eisen
C
Ze zijn er qua wonen wel op vooruitgegaan.
D
De ijspret is voorbij toen het na qua drie dagen ging dooien.

Slide 14 - Quiz

De voortschrijdende digitalisering heeft gevolgen voor de brieven en kaarten die verstuurd worden. Wat wordt hiermee bedoeld?
A
Het sturen van brieven en kaarten vindt zijn oorsprong in de digitalisering.
B
De digitalisering houdt het sturen van brieven en kaarten tegen.
C
De digitalisering gaat langzaam waardoor de meeste mensen liever brieven en kaarten versturen.
D
Er worden steeds minder brieven en kaarten verstuurd, omdat alles steeds meer digitaal gaat.

Slide 15 - Quiz

Een verbasterd woord is een woord dat zijn oorspronkelijke vorm heeft verloren, maar er nog wel een beetje op lijkt.
Wat zou het verbasterde woord kunnen zijn van het woord piëdestal?
A
paddenstoel
B
broodje
C
tablet
D
auto

Slide 16 - Quiz

Je wordt niet ziek van de kou buiten, indien je je maar goed warm aankleedt.
Welke zinnen zeggen ongeveer hetzelfde?
A
Als je het imago van een koukleum hebt, moet je je goed warm aankleden.
B
Warme kleding is nodig als je niet ziek wilt worden en toch naar buiten wil gaan..
C
Door de voortschrijdende kou wordt iedereen ziek, ook al heb je een dikke jas aan.
D
Ondanks de kou zul je niet ziek worden, als je je er goed op aanpast qua kleding.

Slide 17 - Quiz

In de landbouw kan men soms wat problemen ondervinden met de irrigatie. Welke woorden horen bij de irrigatie?
A
vroeger – de oorsprong – de vondst
B
kunstmatig – het water – de planten
C
langzaam – de ontwikkeling – de natuur
D
vaak – het beeld – iets of iemand

Slide 18 - Quiz

In welke zinnen zijn terugvoeren op juist gebruikt?
A
Het succes is terug te voeren op een uitgebreide voorbereiding.
B
Mijn cavia eet zelf te weinig, dus ik voer hem meestal terug op zijn huisje.
C
Als de golven niet te hoog zijn, kan de boot terugvoeren op het water.
D
Feestdagen zijn vaak terug te voeren op verschillende geloven.

Slide 19 - Quiz

Als je je planten goed verzorgt, zullen zij … tot gezonde planten vol mooie bloemen.

A
terugvoeren op
B
verorberen
C
verbasteren
D
evolueren

Slide 20 - Quiz