Hoofdstuk 3 Stoffen

Hoofdstuk 3 Stoffen
1 / 38
next
Slide 1: Slide
Nask / BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 3 Stoffen

Slide 1 - Slide

§3.1 Stofeigenschappen
Stof = de materie waar alles om ons heen van is gemaakt.
Stofeigenschap = dingen waaraan je een stof kan herkennen

Slide 2 - Slide

Geur, kleur en smaak zijn voorbeelden van stofeigenschappen. Noem nog 4 stofeigenschappen.

Slide 3 - Open question

Veilig werken met stoffen
Sommige stoffen zijn gevaarlijker dan andere. 
Er zijn daarom veiligheidsregels en maatregelen in het lokaal. 

Hoe werk je veilig met gevaarlijke stoffen?
- niet proeven
- voorzichtig ruiken (hoe doe je dat?)

Slide 4 - Slide

Welke veiligheidsmaatregel is te vinden in het nask lokaal?
A
Rode knop
B
Oogdouche
C
Blusdeken
D
EHBO koffertje

Slide 5 - Quiz

Hoe ruik je voorzichtig aan een onbekende stof?

Slide 6 - Open question

§3.2 Moleculen
Stoffen bestaan uit moleculen. 
Moleculen zijn heel klein. 
Elke stof heeft zijn eigen soort molecuul. 

Het molecuul model
6 regels over moleculen

Slide 7 - Slide

Waar of niet waar?
Moleculen bewegen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Waar of niet waar?
Moleculen bewegen sneller als het warm is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Waar of niet waar?
Moleculen stoten elkaar af.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Welke regel van het molecuulmodel verklaart waarom een waterdruppel aan de kraan blijft hangen?

Slide 11 - Open question

Waar of niet waar?
Moleculen bewegen in waterdamp sneller dan in ijs?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Wat is geen regel van het molecuul model?
A
Moleculen trekken elkaar aan
B
Moleculen bewegen
C
Tussen moleculen zit geen lucht
D
Moleculen bewegen langzamer bij een hoge temperatuur

Slide 13 - Quiz

Waar of niet waar?
Waterdamp = vaste fase
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

De brander
- Onderdelen van de brander
- Hoe zet je de brander veilig aan en uit?

Slide 15 - Slide

Waarmee kan ik de vlam veranderen?
Pauze vlam / blauwe vlam
A
Gasknop
B
Schoorsteen
C
Luchtschijf
D
Voet

Slide 16 - Quiz

Wat is de eerste stap om de brander aan te zetten?
A
Kijken of de schoorsteen leeg is
B
Controleren of de knoppen dicht zitten
C
Gasslang aansluiten
D
Hoofdkraan open

Slide 17 - Quiz

Wat doe je eerder:
De lucifer aan of de gasknop open?
A
Lucifer
B
Gasknop

Slide 18 - Quiz

§3.3 Warm en koud
Stoffen zetten uit als ze warm worden. Hoe komt dit?

Verschillende thermometers:
Vloeistof-thermometer, bimetaal-thermometer, digitale thermometer

Slide 19 - Slide

Wat voor soort
thermometer is dit?
A
Vloeistof thermometer
B
Bimetaal thermometer
C
Digitale thermometer

Slide 20 - Quiz

Welke temperatuur geeft de thermometer aan?
A
38,8 graden
B
37 graden
C
41 grade
D
39,2 graden

Slide 21 - Quiz

Waarom zetten stoffen uit als ze warmer worden?

Slide 22 - Open question

Voorbeeld toets vraag: 
Maak de schaalverdeling af in stappen van 10 graden Celsius. 

Waar komt -10 graden  te staan? En 110 graden ?

_________ 0 graden
_________ 100 graden

Slide 23 - Drag question

§3.4 Fasen en faseovergangen

Slide 24 - Slide

Stoffen kunnen in verschillende fasen voorkomen. Welke fase is waterdamp?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 25 - Quiz

Stoffen kunnen in verschillende fasen voorkomen. Welke fase is ijs?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 26 - Quiz

Hoe noemen we de faseovergang van vast naar vloeibaar?
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Smelten
D
Stollen

Slide 27 - Quiz

Hoe noemen we de faseovergang van gas naar vast?
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Sublimeren
D
Rijpen

Slide 28 - Quiz

Hoe noemen we de faseovergang van gas naar vloeibaar?
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Smelten
D
Stollen

Slide 29 - Quiz

Stoffen bestaan uit moleculen. 
Hieronder staan drie afbeeldingen. 
Koppel de juiste afbeelding aan de juiste fase. 
Vaste fase
Vloeibare fase
Gasvormige fase

Slide 30 - Drag question

Kook- en smeltpunt

Slide 31 - Slide

Wat is het smeltpunt
van deze stof?
A
550 graden
B
220 graden
C
300 graden
D
50 graden

Slide 32 - Quiz

In welke fase bevindt zwavel
zich bij een kamertemperatuur
van 20 graden Celsius.
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 33 - Quiz

Stof A heeft een smeltpunt van 35 graden en een kookpunt van 80 graden.
In welke fase zit deze stof bij een temperatuur van 20 graden Celsius?
A
Gas
B
Vloeibaar
C
Vast

Slide 34 - Quiz

§3.5 Zware en Lichte stoffen
Volume(inhoud) berekenen
 lengte x breedte x hoogte
1cm x 1cm x 1cm  = 1cm3

Dichtheid berekenen
Massa : volume
1 gram : 1 cm3 = 1 g/cm3


Slide 35 - Slide

Hoe kan ik het volume(inhoud)
van dit blok hout berekenen?

Slide 36 - Open question

Hoe kan ik de dichtheid
van dit blok hout berekenen?

Slide 37 - Open question

Huiswerk
Nakijkbladen in de classroom


§3.1 opdracht 4 t/m 18 
§3.2 opdracht 21 t/m 31
§3.3 opdracht 43 t/m 53
§3.4 opdracht 55, 56, 57, 58, 62, 63, 69, 70, 73 
§3.5 opdracht 81, 85, 86, 94

Proefwerk staat in Magister !

Slide 38 - Slide