4.3 Stofeigenschappen

4.3 Stofeigenschappen
1 / 41
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

4.3 Stofeigenschappen

Slide 1 - Slide

H4 Stoffen en Materialen
4.2 Materialen in onze omgeving
4.3 Stofeigenschappen
Kerstvakantie
4.4 Zinken en drijven
4.5 Omgaan met gevaarlijke stoffen
4.6 Stoffen in het milieu

PTA vrijdag 31 januari 2025 

Slide 2 - Slide

H4.3 Stofeigenschappen
Aan het eind van deze paragraaf kan ik...
  • beschrijven wat stofeigenschappen zijn;
  • uitleggen wanneer een stof van fase verandert;
  • Ik kan minimaal 5 stofeigenschappen noemen om stoffen van elkaar te kunnen scheiden
  • rekenen met oplosbaarheid en concentratie. 

Maar eerst een stukje herhaling

Slide 3 - Slide

Deeltjesmodel
  • Moleculen van een stof veranderen niet

  • Moleculen van een stof bewegen voortdurend.

  • Moleculen van een stof trekken elkaar aan.

Slide 4 - Slide

Ken je de faseovergangen nog?
verdampen
condenseren
stollen/bevriezen
smelten
rijpen

vervluchtigen/
sublimeren

Slide 5 - Drag question

Fasen en fase-overgangen
  • a)  vast
  • i)   vloeibaar
  • h)  gas

  • b)  rijpen
  • c)  sublimeren 
  • d) stollen
  • e)  smelten
  • f)  condenseren
  • g)  verdampen

Slide 6 - Slide

Graden celcius naar Kelvin

0 graden Celsius is ... Kelvin

0 Kelvin is ... graden Celsius


Slide 7 - Slide

Stofeigenschappen 
Ik kan minimaal 5 stofeigenschappen noemen 
om stoffen van elkaar te kunnen scheiden


Ik kan met voorbeelden uitleggen hoe je 
stoffen van elkaar kunt scheiden


Slide 8 - Slide

Stofeigenschap of niet
Stofeigenschap
Geen Stofeigenschap
Brandbaarheid
Kleur
Temperatuur
Fase
Massa
Vorm
Dichtheid
Kook/smeltpunt
Volume

Slide 9 - Drag question

Stofeigenschappen:
  • Brandbaarheid
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Fase (bij kamertemp.)
  • Kookpunt
  • Smeltpunt
  • Oplosbaarheid in water/olie
  • Dichtheid

Geen stofeigenschappen:
  • Temperatuur
  • Vorm
  • Massa
  • Volume

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Drag question

Eigenschappen vaststellen
Oplosbaarheid:
  • de mate waarin een stof oplost in een andere stof, bv water of olie
Geleiding:
  • Alle metalen geleiden goed, rest zijn isolatoren
Dichtheid:(komt in 4.4)
  • Is de hoeveelheid massa in een bepaald volume
  • de massa van een stof per volume-eenheid 
  • Dichtheid = massa : volume

Slide 12 - Slide

Zuivere stoffen of mengsels
Zuivere stof
  • Slechts één type bestandsdeel
  • Element / verbinding

Mengsel
  • twee of meer stoffen bij elkaar                                                                                             en niet een nieuwe stof vormen

Slide 13 - Slide

Zuiveren
  • moleculen aan het sorteren. 

  • Alle moleculen van dezelfde soort bij elkaar sorteren

  • gebruik van scheidingsmethodes 
Voorbeeld
Het zuiveren van suiker. Suikerbieten die in de fabriek worden verwerkt, bestaan voor ongeveer 20% uit suiker. Stap voor stap wordt de suiker gescheiden van de andere stoffen. Uiteindelijk blijven er dan witte kristallen over die voor meer dan 99% uit suiker bestaan.
Afbeelding 12
Een mengsel van 3 stoffen
Afbeelding 13 
3 zuivere stoffen

Slide 14 - Slide

Zuivere stof of mengsel?
mengsel
zuivere stof
zuivere berglucht
zeewater
gedestilleerd water
coca-cola
zuurstof
suiker
gemalen koffie

Slide 15 - Drag question

Smeltpunt/Kookpunt
dfdf
Smeltpunt
Vast > vloeibaar
vloeibaar > vast 

Kookpunt
vloeibaar > gas
gas > vloeibaar
Zie Binas (let op Kelvin of graden Celcius)

Slide 16 - Slide

Wat is het Smeltpunt?
A
400 °C
B
250 °C
C
100 °C
D
1.7 °C

Slide 17 - Quiz

Het kookpunt van zuurstof is -183 ℃.
Wat is het kookpunt van zuurstof in kelvin?
A
-90 K
B
-456 K
C
90 K
D
456 K

Slide 18 - Quiz

Wat is het kookpunt van olijfolie in graden Celsius? Kookpunt is 573 K
A
843 graden
B
300 graden
C
0 graden
D
570 graden

Slide 19 - Quiz

Wat is het smeltpunt van zilver?
(hiervoor Binas nodig)
A
1234 Kelvin
B
1234 graden Celsius
C
1808 graden Celsius
D
1808 Kelvin

Slide 20 - Quiz

Concentratie
Stofeigenschap: Oplosbaarheid. 
Concentratie= hoeveelheid van één stof die is opgelost. 
VB Zout en Suiker kun je oplossen. 

Als je 5 gram zout oplost in 100 ml, 
dan is de concentratie zout 5%.

Wanneer je de concentratie weet, kun je ook uitrekenen hoeveel gram ergens in zit. 
VB, in een blikje van 330ml is de suiker concentratie 10,6%, hoeveel suiker zit erin. 

Verhoudingstabel!!!



Slide 21 - Slide

En nu aan de slag
Lees H4.3 Stofeigenschappen goed door. (p. 78 LB)
Maak WB
GT H4.3 Opg. 3 t/m 23 (Begrijpen-Beheersen)
K Opg. 6 t/m 25 (Begrijpen-Beheersen)
Klaar:
=> Aan de slag in learnbeat ("F" Extra oefening)
of learnbeat zelf oefenen

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

H4 Stoffen en Materialen
4.2 Materialen in onze omgeving
4.3 Stofeigenschappen
4.4 Zinken en drijven
Kerstvakantie
4.5 Omgaan met gevaarlijke stoffen
4.6 Stoffen in het milieu

PTA Dinsdag 21 januari 2025 

Slide 24 - Slide

Stofeigenschappen 
Ik kan minimaal 5 stofeigenschappen noemen 
om stoffen van elkaar te kunnen scheiden


Ik kan met voorbeelden uitleggen hoe je 
stoffen van elkaar kunt scheiden


Slide 25 - Slide

Stofeigenschappen:
  • Brandbaarheid
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Fase (bij kamertemp.)
  • Kookpunt
  • Smeltpunt
  • Oplosbaarheid in water/olie
  • Dichtheid

Geen stofeigenschappen:
  • Temperatuur
  • Vorm
  • Massa
  • Volume

Slide 26 - Slide

Practicum: 
Afkoelen van kaarsvet

Wijziging Startopdrachten:
1. Lees het hele practicum door
2. Zoek het smeltpunt op van paraffine (kaarsvet) en reken deze om naar °C
  • paraffine = 325 K - 273= 52°C

Wijziging  Benodigdheden:
* Waterbad
* brander, driepoot en gaasje
* bekerglas met water


Wijzigingen Uitvoering
1. 2. 
3. Zet de opstelling klaar op je werkplek
4. Plaats de thermometer in de reageerbuis met kaarsvet, terwijl deze nog in het waterbad zit. Wacht 20 seconden.
5. Pak de reageerbuis met de reageerbuisknijper vast en zet deze in het reageerbuisrekje
6. Meet gedurende vijf minuten om de 20 seconden de temperatuur.
7. Zet de temperaturen in de tabel
8. Verwerk de gegevens uit de tabel in een grafiek. Zet de tijd uit langs de horizontale as en de temperatuur langs de verticale as.

Slide 27 - Slide

Dit ga je doen:
  • Zet eerst de opstelling klaar om de temperatuur van het kaarsenvet te meten. 
  • Plaats de thermometer in de reageerbuis met kaarsvet, terwijl deze nog in het waterbad zit. Wacht 20 seconden.
  • Pak de reageerbuis met gesmolten kaarsenvet uit het waterbad en plaatst die in jouw reageerbuisrekje.
  • Meet gedurende vijf minuten om de 20 seconden de temperatuur.
  • Zet de temperaturen in de tabel.
  • Verwerk de gegevens uit de tabel in een grafiek. Zet hierbij de tijd uit langs de horizontale as en de temperatuur langs de verticale as.

Slide 28 - Slide

Vragen
  • Welke temperatuur meet je tijdens het stollen van het kaarsvet?

  • Verklaar het verloop van de grafiek

Slide 29 - Slide

Vuurwerk
Bijna weer Oud & Nieuw
Hoe werkt vuurwerk!
Waarom houden we zo van vuurwerk!

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Link

Slide 33 - Video

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Nog even extra herhaling

Slide 36 - Slide

Stofeigenschappen:
  • Brandbaarheid
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Fase (bij kamertemp.)
  • Kookpunt
  • Smeltpunt
  • Oplosbaarheid in water/olie
  • Dichtheid

Geen stofeigenschappen:
  • Temperatuur
  • Vorm
  • Massa
  • Volume

Slide 37 - Slide

Fasen en fase-overgangen
  • a)  vast
  • i)   vloeibaar
  • h)  gas

  • b)  rijpen
  • c)  sublimeren 
  • d) stollen
  • e)  smelten
  • f)  condenseren
  • g)  verdampen

Slide 38 - Slide

Kookpunt of kooktraject

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Video

En nu aan de slag
Lees H4.3 Stofeigenschappen goed door. (p. 78 LB)
Maak WB H4.3 Opg. 3 t/m 22 (Begrijpen-Beheersen)

Klaar:
=> Aan de slag in learnbeat ("F" Extra oefening)

Slide 41 - Slide