1.5

1.5
- nakijken 1.4
- uitleg 1.5 
- Vragen? 
- inplannen toets
- maken opdrachten
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

1.5
- nakijken 1.4
- uitleg 1.5 
- Vragen? 
- inplannen toets
- maken opdrachten

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 1.5
Je kunt aanpassingen bij planten noemen

Je kunt aanpassingen bij dieren noemen

Slide 2 - Slide

Alle organismen hebben aanpassingen aan hun manier van leven en aan de omgeving waarin ze leven. Dit kan te maken hebben met ademhaling, beweging, voeding, verdediging en voortplanting. 

Slide 3 - Slide

Vissen en andere waterdieren hebben aanpassingen zodat ze goed door het water kunnen bewegen. Ze hebben vinnen. Hun kop, lijf en staart gaat in elkaar over. Dit noem je gestroomlijnd. 

Slide 4 - Slide

Landplanten
Planten hebben aanpassingen om uitdroging te voorkomen. In grote, dunne bladeren kan veel fotosynthese plaatsvinden, maar er verdampt ook veel water. Planten in een droge omgeving hebben daarom vaak kleine, dikke bladeren. De wortels gaan ook veel dierper de grond in. Een plant in een vochtige omgevind heeft niet zo veel wortels nodig. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Sommige vogels eten zaden, anderen insecten of zels kleine dieren. 

Kegelsnavel: zaden.
Pincetsnavel: Insecten uit boomschors peuteren
Haaksnavel: Vlees aan stukken scheuren
Priemsnavel: Bodemdiertjes uit de bodem halen
Zeefsnavel: Voedsel uit water zeven

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Een reuzenmiereneter heeft een lange, plakkerige tong. Daaraan zitten kleine haakjes en speeksel. MIeren blijven plakken daaaraan. 

Een eekhoorn  heeft 4 vlijmscherpe tanden. Hiermee kan hij hard voedsel stukbijten. 

Slide 9 - Slide

Bewegen
Zoolganger: Lopen op de hele voetzool
Teenganers: Lopen op hun tenen
Topgangers: De toppen zijn bedekt met hoeven. Heten ook wel hoefhangers. 

De manier van lopen is een aanpassing op de ondergrond. Harde ondergrond zijn de topgangers in het voordeel. Op een zachte ondergrond is een zoolganger in het voordeel. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Verdediging bij planten
Stekels, brandharen of een gifstof. In de bessen van de koffieplant zit cafeïne. Dit verlamt insecten als ze ervan eten. 

Slide 12 - Slide

Verdediging bij dieren

Slide 13 - Slide

Vragen?

Slide 14 - Slide

Maken + inplannen toets
opdracht 1 tot en met 5


Toets inplannen!




Slide 15 - Slide