Stijlfiguren 4H

Literair taalgebruik
Stijlfiguren, beeldspraak, symbolen, stijlbreuk en ironie
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

Items in this lesson

Literair taalgebruik
Stijlfiguren, beeldspraak, symbolen, stijlbreuk en ironie

Slide 1 - Slide

- Zakelijk taalgebruik: alleen voor informatieoverdracht. Literair taalgebruik moet iets teweeg brengen. 
- Denk aan: Literaire verwijzingen, woordkeus, formuleringen, stijlfiguren. 
- In het filmpje van Lubach worden de effecten van beeldspraak zichtbaar gemaakt.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Welke zes vormen van beeldspraak zijn er?

Slide 4 - Open question

Stijlfiguren
Wat is het verschil tussen beeldspraak en stijlfiguren?

Slide 5 - Slide

Prolepsis
Vooropplaatsing

Zo'n jurk, die ga ik echt niet aantrekken!

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Parallellisme

Zinnen verlopen op dezelfde manier. Vaak beginnen ze hetzelfde.


Laten de vogels protesteren

 tegen de branding tegen het schuim

 tegen de vliegende vissen



Slide 8 - Slide

Antithese
Tegenstelling: woorden of zinnen die een tegengestelde mededeling bevatten, staan bij elkaar.

Wij voeren geen bittere oorlog
onze wraak is zoet

Slide 9 - Slide

Op school stonden ze op het bord geschreven,
Het werkwoord hebben en het werkwoord zijn;
hiermee was tijd, was eeuwigheid gegeven,
de ene werkelijkheid, de ander schijn. (Ed Hoornik)
A
Parallellisme
B
Antithese
C
Paradox
D
Hyperbool

Slide 10 - Quiz

Tautologie

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Herhaling

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Paradox
'Schijnbare tegenstelling': tegengestelde begrippen worden toch aan elkaar verbonden. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Ik heb in het gras mijn wapens gelegd
en mijn wapens gaan geuren als gras
Ik heb in het gras mijn lichaam gelegd
mijn lichaam is geurig als hout bitter en zoet
(Lucebert)
A
Tautologie
B
Herhaling
C
Parallellisme
D
Opsomming

Slide 19 - Quiz

Hyperbool
Sterke overdrijving

Slide 20 - Slide

Eufemisme
= verzachtende omschrijving, niet spottend bedoeld (in tegenstelling tot het understatement)

Ik moet even een kleine boodschap doen.
Onze drie kippen zijn helaas heengegaan. 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Ironie

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Understatement

Slide 25 - Slide

Overzicht stijlfiguren 
- Tegenstelling  (antithese)                                - Retorische vraag
- Herhaling                                                                 - Parallellisme
- Prolepsis                                                                  - Hyperbool
- Paradox                                                                    - eufemisme
- Opsomming                                                           - ironie
- Pleonasme                                                             - sarcasme
- Tautologie                                                              - understatement                                                    
     

Slide 26 - Slide

Opdracht: de link naar poëzie
1. Kies uit je gedichtenbundel drie gedichten.
2. Analyseer de gedichten op literair taalgebruik. Kijk daarbij naar beeldspraak, stijlfiguren, symbolen, ironie.
3. Klaar? Maak de analyse verder af door naar rijm, vorm, metrum en inhoud te kijken.
4. Wat is de hoofdgedachte van het gedicht? Vallen de gedichten onder een thema?
Voor de volledige opdracht: zie ELO

Slide 27 - Slide