hardy Weinberg

Les: Hardy Weinberg
doelen:
1. Weten wat genotypefrequentie, allelfrequentie, p en q zijn.
2. De volgende dingen kunnen berekenen:
genotypefrequentie, allelfrequentie, p en q, met de tweede regel van hardyweinberg kunnen rekenen.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les: Hardy Weinberg
doelen:
1. Weten wat genotypefrequentie, allelfrequentie, p en q zijn.
2. De volgende dingen kunnen berekenen:
genotypefrequentie, allelfrequentie, p en q, met de tweede regel van hardyweinberg kunnen rekenen.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

genotype frequenties
Het percentage waarin een genotype voorkomt in een populatie.

aantal van een genotype/ totaal aantal = genotype frequentie
aantal van AA/ totaal aantal = genotype frequentie

Slide 3 - Slide

voorbeeld:
Van het genotype AA:
22/ 730 = 0,030

van het genotype Aa:
216/730 = 0,296

van het genortype aa:
492/730 = 0,674

Slide 4 - Slide

P en q
P=  percentage dominante allelen
q= percentage recesieve allelen

p+ q= 1

Slide 5 - Slide

met de genotype frequentie rekenen:
In een groep van 630 dieren hebben 375 dieren voor een bepaalde erfelijke eigen schap AA. 218 dieren hebben Aa en 37 dieren hebben aa.

Bereken de p en q.

Slide 6 - Open question

Allelfrequenties
Allel  genotype      aantal allelen               Allel frequentie

A:      AA + Aa          (375 x2) + 218                   .......
a:      Aa + aa            218 + ( 37 x 2)                   .......

Slide 7 - Slide

Allel frequenties
Allel      genotype             aantal allelen             Allel frequentie

A:          AA + Aa                  (375 x2) + 218                 P: 0,768
a:          Aa + aa                    218 + ( 37 x 2)                  Q: 0,232
totaal aantal allelen: 1260

Slide 8 - Slide

Hardy Weinberg evenwicht
Frequenties blijven generaties op generaties gelijk.
Allelfrequenties: p+q= 1
genotypefrequenties: p2 + 2pq + q2

Slide 9 - Slide

Gebruik de p en q van de allelfrequentie om de genotype frequentie uit te rekenen.
p2+2pq+q2=1

Slide 10 - Slide

Antwoord Hardy Weinberg

Slide 11 - Open question

opdrachten maken
Lever het stencil van de evolutie van de mens in en laat  begrippenlijst  van 7.1.  zien aan de docent.

 maak van paragraaf 7.5: 

Slide 12 - Slide

De formule die bij de allelfrequentie hoort is:
A
p= 1 en q =1
B
A+a = 1
C
AA+ Aa+aa=1
D
p+q = 1

Slide 13 - Quiz

Als blijkt dat uit de berekening de frequenties van generatie op generatie gelijk blijven dan spreken wij van:
A
Evolutietheorie
B
Hardy Weinberg evenwicht
C
allelfrequentie
D
meiose

Slide 14 - Quiz

Bij de volgende formule:

hiermee bereken je:
p2+2pq+q2=1
A
de genenpool
B
de genotypefrequentie
C
de gene flow
D
de allelfrequentie

Slide 15 - Quiz