Toets H10 voortplanting klas 3

Bij deze verklaar ik dat ik zelfstandig de toets ga maken zonder hulp van bijvoorbeeld boeken, internet of personen.
A
Ja
B
Nee
1 / 22
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Bij deze verklaar ik dat ik zelfstandig de toets ga maken zonder hulp van bijvoorbeeld boeken, internet of personen.
A
Ja
B
Nee

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

De schaamlippen bij een vrouw zijn ...
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
geen geslachtskenmerken
D
alleen de man heeft schaamlippen

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Welk onderdeel wordt aangegeven bij nummer 6?
A
Bijbal
B
Eikel
C
Prostaat
D
Teelbal

Slide 3 - Quiz

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg
Wat klopt helemaal?
A
Voor geslachtelijke voortplanting zijn twee ouders en twee geslachtcellen nodig. Voor ongeslachtelijke voortplanting is één ouder en één geslachtscel voldoende.
B
Voor geslachtelijke voortplanting is minimaal één ouder en twee geslachtcellen nodig. Voor ongeslachtelijke voortplanting is één ouder voldoende.
C
Voor geslachtelijke voortplanting zijn twee, ouders en twee geslachtcellen nodig. Voor ongeslachtelijke voortplanting zijn geen geslachtcellen nodig.
D
Voor geslachtelijke voortplanting zijn één ouder en twee geslachtcellen nodig. Voor Ongeslachtelijke voortplanting is één ouder en één geslachtscel voldoende

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Nummer 6 is de
A
Bijbal
B
Eikel
C
Prostaat
D
Teelbal

Slide 5 - Quiz

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg
Nummer 11 is de
A
Spermakanaal
B
Urinebuis
C
Urineleider
D
Zaadleider

Slide 6 - Quiz

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg
6
10
5
Eierstok
Vagina
Eileider

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Waar rijpen de eicellen?
A
Eileider
B
Eierstok
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer is een vrouw vruchtbaar?
A
Tijdens de menstruatie
B
tijdens de ovulatie
C
Vlak na de menstruatie
D
Vlak voor de menstruatie

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatie cyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Vinden bij een zwangere vrouw menstruatie plaats? En ovulatie?
A
Zowel menstruatie als ovulatie
B
Wel menstruatie maar geen ovulatie.
C
Wel ovulatie maar geen menstruatie.
D
Geen menstruatie en geen ovulatie.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noemen we het samensmelten
van zaadcel en eicel?
A
bevruchting
B
innesteling
C
menstruatie
D
ovulatie

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke proces vindt plaats bij P?
A
Bevruchting
B
Menstruatie
C
Ovulatie
D
Innesteling

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Voorbehoedsmiddel die je beschermt tegen soa:
A
De pil
B
Het condoom
C
Het spiraal
D
De prikpil

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Bij de geboorte van een kind kunnen de volgende 3 fasen onderscheiden worden (in willekeurige volgorde)
nageboorte, ontsluiting, uitdrijving.
Wat is de juiste volgorde?
A
nageboorte, uitdrijving, ontsluiting
B
uitdrijving, ontsluiting, nageboorte
C
ontsluiting, nageboorte, uitdrijving
D
ontsluiting, uitdrijving, nageboorte

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Je ziet bovenaan een klein bolletje. Wat is dat?
A
De menstruatie
B
De eisprong = ovulatie
C
De afbraak van het baarmoederslijmvlies
D
Een zaadcel; eisprong

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Bekijk de tekening hiernaast. Welk nummer hoort bij de zin?

Hier vindt de eisprong plaats

A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Hiernaast is een foto genomen in de baarmoeder. Het bolletje is de bevruchte eicel. Hoe heet het proces dat je ziet?
A
Ovulatie
B
Innesteling
C
Eisprong
D
Bevruchting

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions


A
Baarmoeder
B
Blaasspier
C
Clitoris
D
Voorste schaamlippen

Slide 19 - Quiz

Referentie:
http://mijnbiologie.weebly.com/uploads/1/1/1/6/11169311/5551621_orig.jpg
Hoe wordt gonorroe nog genoemd?
A
hepatitis B
B
hiv
C
schimmel
D
druiper

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Bij welk prenataal onderzoek worden cellen van de embyro onderzocht?
A
vruchtwaterpunctie
B
vlokkentest
C
allebei
D
allebei niet

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

In de afbeelding is het ontstaan van twee tweelingen schematisch weergegeven.
De kinderen 2 en 3 zijn jongens.
Weet je van de andere babies of ze jongen of meisje zijn?
A
Bij tweeling A wel. Bij tweeling B niet.
B
Bij tweeling A en B wel.
C
Bij tweeling A niet. Bij tweeling B wel.
D
Bij tweeling A en B niet.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions