Taal thema 3 les 5

Taal
Thema 3 les 5


1 / 17
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 5

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Taal
Thema 3 les 5


Slide 1 - Slide

Lachen zonder je mond open te doen en geluid te maken.
A
het valt vies tegen
B
de wandeltocht
C
glimlachen
D
schateren

Slide 2 - Quiz

Als je niet meer zenuwachtig of bang bent.
A
opgelucht
B
het uitgieren
C
benauwd
D
schateren

Slide 3 - Quiz

Een georganiseerde wandeling.
A
de wandeltocht
B
het uitroepteken
C
hoewel
D
benauwd

Slide 4 - Quiz

Precies op een bepaalde tijd.
A
het uitroepteken
B
het geheime wapen
C
klokslag
D
het valt vies tegen

Slide 5 - Quiz

Hard en vrolijk lachen.
A
afslaan
B
hoewel
C
schateren
D
de wandeltocht

Slide 6 - Quiz

Regelen, zorgen dat iets gebeurt.
A
het geheime wapen
B
het uitgieren
C
organiseren
D
het uitroepteken

Slide 7 - Quiz

Dit woord geeft een tegenstelling aan: ... het regende, ging de wedstrijd door.
A
hoewel
B
de wandeltocht
C
benauwd
D
het geheime wapen

Slide 8 - Quiz

Heel hard lachen met veel lawaai.
A
het valt vies tegen
B
schateren
C
het uitgieren
D
opgelucht

Slide 9 - Quiz

Iets is veel minder leuk of mooi dan je had verwacht.
A
schateren
B
benauwd
C
het valt vies tegen
D
opgelucht

Slide 10 - Quiz

Een andere richting nemen.
A
afslaan
B
organiseren
C
klokslag
D
hoewel

Slide 11 - Quiz

Een ding waarmee je een probleem kunt oplossen, je gebruikt het onverwacht.
A
het uitroepteken
B
schateren
C
het geheime wapen
D
klokslag

Slide 12 - Quiz

Een ... is een leesteken, net als een vraagteken en een punt. Een ... schrijf je zo: !
A
het uitroepteken
B
acuut
C
het geheime wapen
D
organiseren

Slide 13 - Quiz

Direct, onmiddellijk.
A
afslaan
B
het uitgieren
C
schateren
D
acuut

Slide 14 - Quiz

Angstig.
A
benauwd
B
het geheime wapen
C
organiseren
D
het valt vies tegen

Slide 15 - Quiz

Bedenk zelf een bevelzin.

Slide 16 - Open question

Hoe ging deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll