5.2 & 5.3 LessonUp

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

 5.3 verwerking 

P. Veenendaal

Paragraaf 5.2 & 5.3 

Laptop op tafel (dicht)

Programma

• Leerdoelen
• Voorkennis
• LessonUp
•  bespreken toets/zelfstandig werken
• Afsluiting 

Leerdoelen

• Ik weet wat ik fout deed op de toets en hoe ik dit de volgende keer kan verbeteren
• Ik heb de stof van 5.2 & 5.3 geoefend met behulp van LessonUp 

Voorkennis

1. In de Gouden Eeuw waren regenten Nederlandse bestuurders van steden 
2. In de Gouden Eeuw konden relatief veel mensen dure kunst betalen 
3. De Republiek werd vooral rijk door de handel met de WIC

Voorkennis

1. De Republiek was niet erg tolerant. Je mocht vaak niet zeggen, denken of schrijven wat je wilde. 
2. Uit heel Europa kwamen wetenschappers en filosofen naar de Republiek toe in de Gouden Eeuw
3. Tijdens de Gouden Eeuw was er sprake van een zogenaamde Wetenschappelijke revolutie

Voorkennis

1. De de meest machtige mensen in de Republiek waren de rijke kooplieden
2. In de stad kon je als kundig ambachtslied best wel rijk en welvarend worden
3. In de stad zelf woonden bijna geen arme mensen

De republiek werd bestuurd door regenten. Regenten zijn....

1. machtige burgers uit rijke koopmanfamilies
2. machtige edellieden die veel handelden
3. mensen van adel met veel geld
4. een koning zoals Willem van Oranje

Leg uit dat de omschrijving 'Een gouden leven' niet representatief is voor een beschrijving van alle inwoners van de Republiek.

Noem een voorbeeld van een land dat tolerant en een land dat niet tolerant is. Gebruik in je antwoord een voorbeeld.

 Maak de juiste combinaties

graan en hout

 Piet Hein

Christiaan Huygens

Johan van Oldenbarnevelt

Rembrand

WIC 

raadspensionaris

kunstenaar 

wetenschappelijke revolutie

Oostzee handel

De volgende zinnen gaan over de groeiende steden tijdens de Gouden Eeuw.
Beschrijven de zinnen oorzaken of gevolgen van deze ontwikkeling?

1. De bevolking van Nederland groeit snel.
2. In de Nederlandse steden ontstaan nieuwe wijken.
3. In de Republiek woont 45% van de bevolking in een stad.
4. Tijdens de gouden eeuw bloeide de Nederlandse economie.

1. 1. gevolg, 2. oorzaak, 3. oorzaak, 4. oorzaak
2. 1. oorzaak, 2. gevolg, 3. oorzaak, 4. oorzaak
3. 1. oorzaak, 2. gevolg, 3. gevolg, 4. oorzaak
4. 1. oorzaak, 2. gevolg, 3. gevolg, 4. gevolg

Bespreken toets

• Geen pen op tafel. Wel potlood of stift (geen rood) 
• Ik vertel klassikaal de antwoorden zonder vragen tussendoor
• Vraag waarom iets fout is of geen volle punten? ! achter de kantlijn/vraag zetten
• Daarna kom ik bij iedereen individueel langs om vragen te beantwoorden
• 
  

Maken 5.3

Mavo: teams bestand downlaoden

Havo: tijdvoorgeschiedenis

Huiswerk 10-02

Leerdoelen

• Ik weet wat ik fout deed op de toets en hoe ik dit de volgende keer kan verbeteren
• Ik heb de stof van 5.2 & 5.3 geoefend met behulp van LessonUp