This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Welkom
Context dag
Kennismaken motorische beperkingen
Slide 1 - Slide
Lesinhoud
( wat gaan we vandaag doen?)
* Even voorstellen....
* Wie zijn jullie
* Wat weet jij?
* Kennismaken motorische beperkingen
* Afronding
Slide 2 - Slide
Even voorstellen...
Slide 3 - Slide
en zijn jullie aanwezig?
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Waarom willen jullie de zorg in?
Slide 6 - Mind map
Waar wil jij in de toekomst gaan werken als jij je diploma hebt?
Slide 7 - Mind map
Waar hebben we het over?
Slide 8 - Slide
Wat betekent motorisch?
Slide 9 - Mind map
Motorisch?
= Motoriek = het vermogen om te bewegen.
De grove motoriek: grote, grove bewegingent, bijvoorbeeld lopen, zwemmen of schoppen.
De fijne motoriek: de kleine bewegingen.
Slide 10 - Slide
Wat zijn motorische beperkingen ?
Slide 11 - Mind map
Motorische beperking
heeft problemen met bewegen
bijvoorbeeld niet lopen of je armen niet goed gebruiken.
problemen met je spieren, gewrichten en/of je skelet.
Somsn goed zichtbaar, omdat iemand in een rolstoel zit.
soms vallen minder of zelfs helemaal niet op, zoals reuma.
mensen die ouder worden, hebben zij vaker een beperking.
Slide 12 - Slide
Ontstaan van een motorische beperking
Aangeboren handicap
Niet aangeboren handicap
Beide vaak motorische beperking
Slide 13 - Slide
Aangeboren handicap
erfelijke en/of genetische oorzaken, zoals chromosoomafwijkingen
stofwisselingsstoornissen en andere aanlegstoornissen, met als gevolg misvormingen
van (in ieder geval) het zenuwstelsel;
stoornissen tijdens de zwangerschap door exogene invloeden (invloeden van buitenaf),
zoals infectieziekte bij de moeder (rodehond, toxoplasmose), medicijngebruik of straling;
stoornissen tijdens en na de geboorte, bijvoorbeeld zuurstoftekort en hersenbloeding;
stoornissen in het eerste levensjaar, bijvoorbeeld hersen(vlies)ontsteking, zuurstoftekort,
hersenbloeding en trauma.
Slide 14 - Slide
Niet Aangeboren Handicap (NAH)
Trauma: verkeersongeluk, val...
Beroerte of CVA (herseninfarct of hersenbloeding)
Zuurstoftekort na een hartinfarct.
Tumor.
Infectie, ontsteking van de bloedvaten...
Ziekte in je spieren of zenuwen hebben.
Als je ouder wordt, kun je problemen krijgen met bewegen.
Slide 15 - Slide
Hoe vaak komt het voor?
Zo’n 1,4 miljoen Nederlanders hebben een motorische beperking.
Ruim de helft van hen is 65 jaar of ouder, ongeveer 10 procent is jonger dan 19 jaar.
Zo’n 250.000 mensen maken gebruik van een rolstoel. Daarvan zitten ongeveer 150.000 mensen altijd in hun rolstoel, de rest kan nog wel kleine stukjes lopen.
Een deel van de mensen met een motorische beperking heeft ook een verstandelijke beperking.