This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 12
12.1 Breuken
12.2 Absoluut en relatief(procenten)
12.3 Afronden
12.4 Tijden
12.5 Grote en kleine getallen
Slide 1 - Slide
Aantekening 12.1 Breuken
Breuken optellen of aftrekken: eerst gelijknamig maken, dan tellers optellen of aftrekken
Breuken delen is het zelfde als vermenigvuldigen met het omgekeerde van de twee breuk.
Denk aan vereenvoudigen en hele uit de breuk halen.
Slide 2 - Slide
Breuken in examen
Geen lossen opgaven, dit kan je rekenmachine.
Deel van een geheel wel. Je moet weten hoe het in je rekenmachine in te voeren.
Verder opgave met breuken in een tekst. Goed lezen en de juiste berekening erbij pakken. Bijvoorbeeld opgave 7.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Open question
12.2 Absoluut en relatief
Wat is absoluut?
Wat is relatief?
Slide 5 - Slide
Reken met procenten!
Slide 6 - Slide
Reken met procenten!
Toename van 250 met 8%
Afname van 1800 met 11%
Toename van 12% tot 1456
Afname van 290 is 58% van totaal.
Slide 7 - Slide
vervolg aantekening
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Open question
12.3 Afronden
Bij je antwoord altijd controleren of er aangegeven is op hoeveel je moet afronden. Staat dit er niet bij, dan logisch nadenken. Personen, op gehele. Euro's op 2 decimalen. Procenten, op 1 decimaal. En soms logisch nadenken.
Niet proberen, gewoon niet DOEN!
Slide 10 - Slide
12.4 Tijden
Bij rekenen met tijden:
Goed opletten dat 0,5 minuten staat voor 30
seconden.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Open question
12.5 Grote en kleine getallen
Standaardvorm of wetenschappelijke notatie.
Dit doet je rekenmachine standaard bij hele grote en hele kleine getallen.
1,5⋅107=15.000.000
1,5⋅10−7=0,00000015
Slide 13 - Slide
12.5 Standaardvorm/Wetenschappelijke notatie
Hele grote of hele kleine getallen geeft je GR in de standaardvorm/ wetenschappelijke notatie.
Dit is in de vorm:
a is een getal van 1 t/m 9
b positief, de komma naar rechts verplaatsen (groot getal)
b negatief, de komma naar links verplaatsen (klein getal)