Oefentoets (NN H1)

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

LESDOEL

Je bent voorbereid op de toets over Hoofdstuk 1. 

* PW do. 8 oktober *

LEERDOELEN PW H1

Donderdag 8 oktober

Bladzijde 43 = weten & kunnen

LEZEN

WOORDENSCHAT

GRAMMATICA

SPELLING

TEST JEZELF 

Maak de Test op blz. 41-42 van het boek.

Schrijf de antwoorden op een toetsblaadje.

Tijd: 20 minuten.

Wat af is, lever je in.

Wat niet af is, is huiswerk.

KLAAR?

a. titel doorgeven boek 1

b. gedicht (af)maken

c. leesboek uit de kast

'Op tv werd het SIGNALEMENT gegeven van de vermoedelijke dader van de ontvoering.'

1. uiterlijk
2. karakter
3. kleding
4. leeftijd

Welke twee woorden zijn synoniemen?

1. gewoon - grimmig
2. positie - bijstaan
3. religieus - godsdienstig
4. vaak - zelden

Meewerkend voorwerp of niet?
'Zal ik een kopje koffie voor je zetten?'

1. ja: 'voor je'
2. ja: 'een kopje koffie'
3. nee, geen MV

Meewerkend voorwerp of niet?
'Maak jij altijd voor het eten je huiswerk?'

1. ja: 'voor het eten'
2. ja: 'je huiswerk'
3. nee, geen MV

Welk zinsdeel?
'HEEFT Gudrun sinaasappels geperst voor haar zieke moeder?'

1. onderwerp
2. persoonsvorm
3. gezegde
4. bwb

Welk zinsdeel?
'Heeft Gudrun SINAASAPPELS geperst voor haar zieke moeder?'

1. onderwerp
2. persoonsvorm
3. lijdend voorwerp
4. meewerkend voorwerp

Welk zinsdeel?
'Heeft Gudrun sinaasappels geperst VOOR HAAR ZIEKE MOEDER?'

1. bijwoordelijke bepaling
2. meewerkend voorwerp
3. gezegde
4. lijdend voorwerp

Hoeveel fouten?
'de secretaresse zei het asortiment word binnenkort uitgebreidt.'

1. 5
2. 7
3. 8
4. 9