grammatica - bezit woorden

grammatica
bezittelijke voornaamwoorden
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

grammatica
bezittelijke voornaamwoorden

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

even oefenen....

Slide 3 - Slide

Ik heb een boek. Het is ______ boek.
A
mijn
B
jouw
C
ons
D
jullie

Slide 4 - Quiz

Sara heeft een fiets. Het is _____ fiets.
A
mijn
B
jouw
C
haar
D
zijn

Slide 5 - Quiz

Wij hebben een huis. Het is ____ huis.
A
mijn
B
jullie
C
ons
D
onze

Slide 6 - Quiz

Meneer Arie ________ baan is conciërge.
A
mijn
B
haar
C
zijn
D
onze

Slide 7 - Quiz

Jullie hebben een boek. Het is ______ boek.
A
ons
B
jullie
C
zijn
D
jouw

Slide 8 - Quiz

Het boek is van ______
A
mij
B
mijn

Slide 9 - Quiz

________ jas is rood.
A
Jou
B
Jouw

Slide 10 - Quiz

Wij slapen in _____ bed.
A
ons
B
onze

Slide 11 - Quiz

______ hond is lief.
A
Ons
B
Onze

Slide 12 - Quiz

Hoe gaat het met ____?
A
jou
B
jouw

Slide 13 - Quiz

zelf oefenen.....

Slide 14 - Slide