This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Spreekwoorden en gezegdes
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Wat zijn spreekwoorden?
Een spreekwoord is een korte zin die een waarheid (truth) of wijsheid (wisdom) bevat.
Slide 3 - Slide
Wat zijn gezegdes?
2 of 3 woorden die vaak samen worden gebruikt (idioom)
Slide 4 - Slide
Welke Nederlandse spreekwoorden / gezegdes ken jij al?
Slide 5 - Mind map
Slide 6 - Slide
De hond in de pot vinden
A
We eten vanavond hondenvlees
B
We gaan barbequen
C
Te laat zijn voor het eten
D
Het eten is op de grond gevallen
Slide 7 - Quiz
De bokkenpruik op hebben.
Slide 8 - Slide
De bokkenpruik op hebben.
A
Boos zijn
B
Een bad-hair-day hebben
C
Een pruik dragen
D
Naar de kapper gaan
Slide 9 - Quiz
Oude koeien uit de sloot halen.
Slide 10 - Slide
Oude koeien uit de sloot halen.
A
Verdrinkende koeien redden
B
Oude mensen helpen
C
Op een boerderij werken
D
Oude verhalen vertellen
Slide 11 - Quiz
Hij eet met lange tanden.
Slide 12 - Slide
Hij eet met lange tanden.
A
Hij vindt het eten niet lekker
B
Hij moet nodig een beugel
C
Hij voelt zich als een konijn
D
Hij houdt van salades
Slide 13 - Quiz
Zij lijken op elkaar als twee druppels water.
Slide 14 - Slide
Zij lijken op elkaar als twee druppels water.
A
Zij zijn helemaal nat geregend
B
Zij lijken heel veel op elkaar
C
Zij hebben altijd dezelfde mening
D
Zij zijn tweeling
Slide 15 - Quiz
Aan de vruchten herkent men de boom.
Slide 16 - Slide
Aan de vruchten herken je de boom.
A
Appels groeien niet aan een kersenboom
B
De vruchten zijn lekker zoet
C
Als je hard werkt krijg je veel geld
D
De kinderen zijn net als de ouders
Slide 17 - Quiz
7. In de 17ᵉ eeuw hebben veel Nederlanders een baan die te maken heeft met de scheepvaart. Hierdoor ontstaan een aantal spreekwoorden en gezegden, die tegenwoordig nog steeds gebruikt worden.
Koppel elk gezegde aan de juiste betekenis.
buiten de boot vallen
mensen binnenboort houden
roeien met de riemen die je hebt
ergens in verzeild raken
niet mee kunnen doen met iets
je best doen om iets zo goed mogelijk te doen met beperkte middelen
toevallig ergens in terecht komen
ervoor zorgen dat iedereen mee blijft doen
Slide 18 - Drag question
Wat is de betekenis van de onderstaande spreekwoorden?
Niet lullen, maar poetsen!
Na regen komt zonneschijn
Spreken is zilver, zwijgen is goud.
Je kunt soms beter je mond houden dan je mening geven.
niet praten maar doen
Na iets stoms komt iets leuks
Slide 19 - Drag question
Wat is de betekenis van de onderstaande spreekwoorden?
Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
Een uiltje knappen
Ergens de dupe van worden
Spijkers met koppen slaan
Als niemand kijkt, doet iedereen wat hij/zij wil.
Een dutje doen / slapen
Slachtoffer zijn van iets
Duidelijke afspraken maken
Slide 20 - Drag question
Wat is de betekenis van de onderstaande spreekwoorden?
Blaffende honden bijten niet.
Wie bij de hond slaapt, krijgt zijn vlooien.
Rome is niet op één dag gebouwd.
Als er één schaap over de dam is, volgen er meer.
Mensen die het hardste schreeuwen, durven het minst
Als je vaak met iemand omgaat, neem je zijn slechte eigenschappen over.
Je moet geduld hebben
Als 1 persoon gaat, dan gaat de rest ook
Slide 21 - Drag question
Wat is de betekenis van de onderstaande spreekwoorden?
Wie voor een dubbeltje geboren wordt, wordt nooit een kwartje.
Baat het niet, het schaadt ook niet.
Spreken is zilver, zwijgen is goud.
Soms kun je beter je mond houden / stil zijn
Wie arm geboren wordt, blijft arm.
Er zijn geen positieve of negatieve effecten van jouw acties.
Slide 22 - Drag question
Jeroen knoopt het in zijn oren.
Bodil kijkt de kat uit de boom.
Amin praat zijn mond voorbij.
Daan doet poeslief.
Alex staat voor aap.
Carla loopt naast haar schoenen.
Tinus is over zijn oren verliefd.
Zet de juiste betekenis achter de spreekwoorden
Heel aardig doen
Even afwachten en zien wat er gebeurt
Voor gek staan
Vinden dat je de beste bent
Iets heel goed onthouden
Heel erg verliefd zijn
Een geheim verklappen
Slide 23 - Drag question
sleep het plaatje naar het juiste spreekwoord
Achter de wolken schijnt zonneschijn
Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in
De appel valt niet ver van de boom
Een kat in het nauw maakt rare sprongen
Slide 24 - Drag question
Slide 25 - Video
Taak (30 minuten)
Bereid in 10 minuten een korte Nederlandse presentatie (5 minuten) over een Nederlands Spreekwoord of Gezegde. De presentatie moet bestaan uit de volgende punten:
De idioom zelf
De betekenis (meaning) van de idioom.
De geschiedenis (history) van de idioom. Waar komt het vandaan, uit welk jaar, waarom zeggen we het?
Bereid een kort Nederlands gesprek voor waarbij je het idioom gebruikt :)
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Video
Taak (5 minuten)
Kies 5 Nederlandse spreekwoorden/ gezegdes uit, en schrijf de vergelijkbare zin uit jouw moedertaal.
Write down 5 Dutch idioms and find an idiom of your own mother language that looks like it or is the same.