Unit 4.1 Bezit + onregelmatige werkwoorden

1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Waarmee geef je bezit aan?
Twee antwoorden zijn goed
A
s
B
's
C
'
D
s's

Slide 3 - Quiz

Kies de juiste vorm van bezit: 's of '
A
The boys's skateboards are expensive
B
The boys' skateboards are expensive

Slide 4 - Quiz

Wanneer gebruik je alleen de ' om bezit aan te geven?
A
Bij meervoud dat al op een s eindigt
B
Bij meervoud
C
Bij enkelvoud
D
Bij enkelvoud dat al op een s eindigt

Slide 5 - Quiz

Kies de juiste vorm van bezit: 's of '
A
Mike's dog is really cool
B
Mike' dog is really cool

Slide 6 - Quiz

Kies de juiste vorm van bezit: 's of '
A
Chris's design looks nice
B
Chris' design looks nice

Slide 7 - Quiz

Kies de juiste vorm van bezit: 's of '
A
That spider's legs look scary
B
That spider' legs looks scary

Slide 8 - Quiz

Kies de juiste vorm van bezit: 's of '
My father... car is broken
A
's
B
'

Slide 9 - Quiz

Kies de juiste vorm van bezit: 's of '
Jess... handbag is pretty
A
's
B
'

Slide 10 - Quiz

Kies de juiste vorm van bezit: 's of '
Our PE teachers... lessons are boring.
A
's
B
'

Slide 11 - Quiz

Wat is het onregelmatige werkwoord van break?

Slide 12 - Open question

Wat is het onregelmatige werkwoord van eat?

Slide 13 - Open question

Wat is het onregelmatige werkwoord van hide?

Slide 14 - Open question

Wat is het onregelmatige werkwoord van throw?

Slide 15 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van speak?

Slide 16 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van tell?

Slide 17 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van see?

Slide 18 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van go?

Slide 19 - Open question