Les 6: begrijpend lezen klas h1d

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom terug!

Hoe is het thuis gegaan?

Wat heb je gemist?

Wat ging goed?

Wat ging helemaal fout?

Wat heb je over jezelf geleerd?

Wat moet je leren voor de eindtoets?

Hoofdstukken 1 t/m 5 uit Op Niveau over 'Lezen'.

Theorie staat in de gele blokken.

Codes op de slides

IDK: in de klas

TW: thuiswerkers

Deze les...

...gaan we de opdracht bij tekst 'Maanlift' bespreken van de vorige les.

... bespreken we de begrippen objectief en subjectief.

...de manieren om een tekst in te leiden.

... de manieren om een tekst af te lsuiten.

... de hoofdzaken van een tekst.

...gaan we oefenen met verwijswoorden.

Kijk het volgende fragment tot 1:27 min.

Antwoorden opdracht 30

1. -

2. a    objectief
    b    de lezer informatie geven
    c    informerende tekst

Objectief

Teksten waarin de mening van de schrijver niet naar voren komt.

Informerende en uiteenzettende teksten

Subjectief

Teksten waarin de mening van de schrijver naar voren komt.

Betogende & activerende teksten.

Tekstdoelen

Informeren

Overtuigen

Na laten denken

Amuseren

Overhalen

Tekstsoorten

Informerende tekst

Betogende tekst - mening

Beschouwende tekst

Amuserende tekst

Activerende, aansporende tekst - doen

Antwoorden opdracht 30

3    Hij noemt het onderwerp van de tekst.
4    Hij geeft een advies.
5    De maanlift kost minder brandstof dan heen en weer vliegen.

Manieren om tekst af te sluiten:

1. Adviseren

2. Concluderen

3. Samenvatten

Zie hoofdstuk 3 Op Niveau.

Manieren om een tekst in te leiden:

1. Vragen stellen

2. Anekdote vertellen

3. Onderwerp aankondigen

4. Aanleiding voor het schrijven noemen

Antwoorden opdracht 30

6    Het bedrijf LiftPort heeft een uitgewerkt plan voor een maanlift die grondstoffen voordeliger van de aarde naar de maan kan vervoeren. Via crowdfunding wil het voldoende geld ophalen om het idee verder uit te werken.
7    Eigen antwoord en toelichting daarbij.

Nu aan de slag!

Lees tekst 9 'Stabilo-merkstiften' op blz. 293 grondig.

Hoe? Voor jezelf. In stilte.

Aan de slag!

Op een een nieuw document in Word.

Schrijf op waarnaar de vetgedrukte woorden verwijzen. Schrijf ook de regelnummers op.

Verwijswoorden + antecedent (r.)

dat verwijst naar...

die verwijst naar..

die verwijst naar...

ze verwijst naar...

ze verwijst naar...

Schrijf op:

'tekstteksttekst' (r. 16).

Zo schrijf je het op tijdens de toets.

Antwoorden:

Dat (regel 2): een klein exemplaar van de Action (regel 2).

    Die (regel 2): De merkstiften (regel 2).
    Die (regel 4): modebewuste meiden (regel 4).
    Ze (regel 9): De markers (regel 8).
    Ze (regel 12): De stiften (regel 12).

Einde les