week 39 aanwijzend vnw, + voorwerpen in huis en de klas

1 / 23
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Buenos días
¿Qué vamos a hacer?
  • mirar el SO
  • corregir los deberes
  • practicar comparativos
  • pronombre demostrativo
  • objetos de casa y de la clase


Jueves, 26 de septiembre

Slide 2 - Slide

SO - aandachtspunten
  • Me como
  • Llevo una camiseta de verde
  • Bijvoeglijke naamwoorden mnl/vr/meervoud
  • Bijvoeglijke naamwoorden staan achter het zelfst. nw
  • gusta/gustan en encanta/encantan
  • Bij gustar en encantar ALTIJD: me, te, le, nos, os, les ervoor!!!

Slide 3 - Slide

Maak de volgende sleepvragen zonder in je woordenlijst te kijken!

Slide 4 - Slide

groot
hard
zacht
rechthoekig
klein
rond
vierkant
rectangular
grande
blando
redondo
pequeño
cuadrado
duro

Slide 5 - Drag question

duro
redondo
cuadrado
blando
pequeño
rectangular
grande

Slide 6 - Drag question

grande
duro
blando
rectangular
pequeño
redondo
cuadrado
zacht
vierkant
klein
rond
rechthoekig
hard
groot

Slide 7 - Drag question

madera
papel
plástico
cristal
cuero
metal

Slide 8 - Drag question

papel
metal
cristal
cuero
madera
plástico
papier
glas
leer
hout
plastic
metaal

Slide 9 - Drag question

hout
leer
metaal
plastic
papier
glas

Slide 10 - Drag question

Corregir
Leren: 2.1 en 2.2
maken: LE ej. 1.2, 1.3, 1.5 1.6

Slide 11 - Slide

A practicar un poco más
Ejercicio 5:
  • Con ayuda de tu lista de vocabulario. Haz 5 comparaciones. 
Comunicación
LA: pág. 17

Slide 12 - Slide

Aanwijzend voornaamwoord in het Spaans.
Wat heb je daarover geleerd?

Slide 13 - Slide

A trabajar
Zelfstandig:
  • Reader blz. 6 en 7 uitleg
  • maken LA: pág. 18 ej. 1 y 2
  • LA: pág. 20, vul woordenlijst 2.4 in
  • maken ej. 1, 2, 3



Palabra por palabra
Gramática
Leerdoel: en casa/en la clase
Leerdoel: aanwijzend voornaamwoord
timer
20:00

Slide 14 - Slide

¿Qué sabéis?
Leerdoel: aanwijzend voornaamwoord

Slide 15 - Slide

.......... libro (aquí)

Slide 16 - Open question

....zapatos (allí)

Slide 17 - Open question

.....chica (ahí)

Slide 18 - Open question

....boligrafos (aquí)

Slide 19 - Open question

....revistas (allí)

Slide 20 - Open question

Aanwijzend voornaamwoord in het Spaans. 
aquí
ahí
allí
afstand 
tot 
spreker
enkelvoud
meervoud
MNL.
VR.
VR.
MNL.
este
ese
aquel
esta
esa
aquella
estos
esos
aquellos
estas
esas
aquellas

Leerdoel: aanwijzend voornaamwoord

Slide 21 - Slide

Waar moet je op letten:
  • Het aanwijzend voornaamwoord richt zich naar het zelfstandig naamwoord wat erachter staat. Is dit vrouwelijk of meervoud, dan verandert het dus. Vb: este libro, esta casa, estos libros, estas casas
  • Let goed op of de volgende woorden in de zin staan: aquí (hier), ahí (daar), allí (daarginds, ver weg). Hieraan kan je zien welk aanwijzend vnw. je moet gebruiken. 
  • esto/eso/aquello gebruik je als je niet naar een specifiek zelfstandig naamwoord verwijs. Het wordt dus algemeen gebruikt. ¿Qué es eso? Wat is dat?

Slide 22 - Slide

Deberes:
Leren 2.3 en 2.4
Leren: aanwijzend vnw.
maken LE: ej. 1.15, 1.16, 1.17

Slide 23 - Slide