2VM blok 4.1
1 / 18
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Lulu is in het bos (verdwalen).
A
verdwaald
B
verdwaalt
Slide 4 - Quiz
Elaine (bezoeken)
haar tante.
haar tante.
A
bezoekd
B
bezoekt
Slide 5 - Quiz
Tom heeft zich (vergissen) .
A
vergisd
B
vergist
Slide 6 - Quiz
Van welk werkwoord klinkt het voltooid deelwoord hetzelfde als de pv?
A
zwemmen
B
brengen
C
beloven
D
helpen
Slide 7 - Quiz
Welke woorden kunnen géén pv zijn in een zin?
A
herinnerd
B
vergadert
C
vergadert
D
gedragen
Slide 8 - Quiz
Zij heeft mijn haar .............
A
ingevlecht
B
ingevlochten
Slide 9 - Quiz
In welke zinnen staat een splitsbaar werkwoord?
A
De man beaamde dat.
B
De man gaf haar gelijk.
C
De man is erg tevreden over die afspraak.
D
De man komt zijn belofte na.
Slide 10 - Quiz
In welke zinnen staat een splitsbaar werkwoord?
A
De ouders moesten daar mee instemmen.
B
De ouders vervolgden hun gesprek.
C
De ouders geloofden hun ogen niet.
D
De ouders waren erg enthousiast over dat idee.
Slide 11 - Quiz
Hij heeft een gesprek (aanknopen)
met dat leuke meisje.
met dat leuke meisje.
A
aangeknopt
B
aanknopen
C
aanknoopt
D
aangeknoopt
Slide 12 - Quiz
We hebben het probleem (indammen).
A
ingedamd
B
ingedamt
Slide 13 - Quiz
Wat moet er met een hoofdletter?: basisschool peppels in sittard is morgen open
A
Basisschool, Peppels
B
Basisschool
C
Basisschool, Peppels, Sittard
D
Basisschool, Sittard
Slide 14 - Quiz
Wat moet er met een hoofdletter?:
de jongen zei: 'zo ruikt het bij mij thuis ook.'
de jongen zei: 'zo ruikt het bij mij thuis ook.'
A
De, Zo
B
De
C
De, Jongen, Zo
D
De, Jongen, Thuis
Slide 15 - Quiz
Wat moet er met een hoofdletter?:
vorige week at mike belgische chocolade op een terras langs de maas.
vorige week at mike belgische chocolade op een terras langs de maas.
A
Vorige, Mike, Maas
B
Vorige, Mike
C
Vorige, Mike, Belgische, De, Maas
D
Vorige, Mike, Belgische, Maas
Slide 16 - Quiz
Wat moet er met een hoofdletter?: tijdens de kerst zijn we de eerste kerstdag bij meneer de graaf.
A
Tijdens, De, Graaf
B
Tijdens, Kerst, Graaf
C
Tijdens, Graaf
D
Tijdens, Kerst
Slide 17 - Quiz
In welk geval zijn de hoofdletters juist geschreven?
A
Rene Van Der Gijp
B
juffrouw Van Den Oever
C
Leon De Winter
D
A.F. Van Blaak
