THEMA 2 OEFENTOETS

OEFENTOETS
Organen en cellen

1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

OEFENTOETS
Organen en cellen

Slide 1 - Slide

Celkern
Cytoplasma
Bladgroenkorrel
Celmembraan
Celwand
Vacuole

Slide 2 - Drag question

In afbeelding is een dierlijk weefsel getekend.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

Met deel 5 kun je de hoeveelheid licht regelen die door het preparaat valt.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

De revolver is aangegeven met nummer 7.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

Met deel 10 kun je het beeld nauwkeurig scherpstellen.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Dierlijke cellen hebben een celmembraan.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Celwanden zorgen voor stevigheid.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

Door een microscoop kijkend, ziet Jola een stukje papier met daarop de letter p.
Welke letter ligt er in werkelijkheid onder de microscoop?
A
b
B
d
C
q
D
p

Slide 9 - Quiz

In de afbeelding is een bladcel afgebeeld.
Welke onderdelen van deze plantaardige cel komen ook bij dierlijke cellen voor? .......
A
1, 2 en 5.
B
1, 4 en 5.
C
2, 3 en 6.
D
2, 5 en 6.

Slide 10 - Quiz

Van groot
naar klein:
A
orgaan, organisme, orgaanstelsel, weefsel, cel
B
organisme, orgaanstelsel, orgaan, weefsel, cel
C
cel, weefsel, orgaan, orgaanstelsel, organisme
D
cel, orgaan, weefsel, orgaanstelsel, organisme

Slide 11 - Quiz

Welk orgaanstelsel zie je hier?
A
Beenderstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Verteringsstelsel

Slide 12 - Quiz

Welk orgaanstelsel wordt
hier weergegeven?
A
Ademhalingsstelsel
B
Verteringsstelsel
C
Bloedvatenstelsel
D
Spierstelsel

Slide 13 - Quiz

Welk orgaanstelsel wordt
hier weergegeven?
A
Ademhalingsstelsel
B
Verteringsstelsel
C
Bloedvatenstelsel
D
Spierstelsel

Slide 14 - Quiz

In de afbeelding is een aantal organen in de borst- en buikholte van een man weergegeven.Van welke twee orgaanstelsels zijn delen in de buikholte getekend?
A
van het uitscheidingsstelsel en van het verteringsstelsel
B
van het uitscheidingsstelsel en van het voortplantingsstelsel
C
van het verteringsstelsel en van het voortplantingsstelsel

Slide 15 - Quiz

Bij een onderzoek van het darmslijmvlies van een patiënt worden behalve slijmvliescellen ook cellen van onverteerde plantenresten aangetroffen.
Enkele delen in en om een cel kunnen zijn: celkern, celmembraan en celwand.
Welk van deze delen heeft een plantencel wel, maar een cel uit het darmslijmvlies niet?
A
een celkern
B
een celmembraan
C
een celwand

Slide 16 - Quiz

In de afbeelding is schematisch de romp van een man weergegeven.
Vier gebieden in de romp zijn met letters aangegeven. Welke letter geeft het gebied in de romp aan waarin de nieren zich bevinden?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 17 - Quiz

Bekijk de afbeelding.
Enkele organen van een Fries melkschaap zijn: hart, lever, longen, maag, slokdarm. Welke twee van deze organen bevinden zich in de holte S?
A
Hart
B
Longen
C
Lever
D
Maag

Slide 18 - Quiz

Inde afbeelding zie je...
A
een cel
B
een weefsel
C
een orgaan
D
een orgaanstelsel

Slide 19 - Quiz

Tijdens een practicum wil Desi een preparaat door een microscoop bekijken. Ze wil eerst een overzicht van het preparaat.
Bij welk vergroting moet zij dan kijken?

A
40 x
B
100 x
C
400 x

Slide 20 - Quiz

Een model van de romp van een mens noem je een:
A
Torso
B
Borstholte
C
Organenstelsel
D
Ademhalingsstelsel

Slide 21 - Quiz


nummer 2?
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag

Slide 22 - Quiz


nummer 5?
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag

Slide 23 - Quiz


nummer 10?
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag

Slide 24 - Quiz


nummer 6?
A
Long
B
Dikke darm
C
Nier
D
Maag

Slide 25 - Quiz


Welke stelsels zie je?
A
bloedvatenstelsel zenuwstelsel
B
bottenstelsel zenuwstelsel
C
verteringsstelsel spierstelsel
D
je ziet alleen organen

Slide 26 - Quiz


Alle cellen in je lichaam hebben dezelfde vorm
A
ja
B
nee
C
dat verschilt per persoon
D
bij een mens wel, bij een dier niet

Slide 27 - Quiz


Cellen
A
zijn in werkelijkheid platte 'dingen'
B
lijken een beetje op een zakje met wat vocht.
C
zijn groter dan organen
D
zijn helemaal lege 'dingen'

Slide 28 - Quiz


Het hart is:
A
een organenstelsel
B
een cel
C
een orgaan
D
een organisme

Slide 29 - Quiz


Welk organenstelsel zorgt voor de vertering van je eten?
A
Het bloedvatenstelsel
B
De maag en de lever
C
Het verteringsstelsel
D
Het zenuwstelsel

Slide 30 - Quiz


De dunne- en dikke darm, de maag en de lever werken samen in het:
A
bottenstelsel
B
zenuwstelsel
C
spierstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 31 - Quiz


Welke is de plantencel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 32 - Quiz


Wat heeft een plantencel wel
wat een dierlijke cel niet heeft?
A
celkern
B
cytoplasma
C
celmembraan
D
bladgroenkorrels

Slide 33 - Quiz

Welk nummer is de luchtpijp?

Slide 34 - Open question

Welk nummer is de slokdarm?

Slide 35 - Open question

welk nummer is de aorta?

Slide 36 - Open question

Welk nummer is de holle ader?

Slide 37 - Open question

Welk nummer heeft de nier?

Slide 38 - Open question

Hoe heet orgaan nummer 7?

Slide 39 - Open question

EINDE VAN DE TOETS

Slide 40 - Slide